Auteur: Sara Adriaensen

nieuws

Over het microbioom, harige viervoeters, biodiverse natuur, voeding en tuiniers!

Hier ben ik weer met mijn darm-brein obsessie. Het moest dan maar zo interessant niet zijn!

Aanleiding voor dit schrijven is alweer een nieuw boek over dit thema. Het boek “De bacterie en het brein. De invloed van je darmflora op de gezondheid van je hersenen“. Dit werk van auteur Iris Sommer is in mijn ogen een must read voor iedereen die bezig is met het thema natuur en gezondheid. Waarom? Omdat het er hoe langer hoe meer naar uitziet dat ons darmmicrobioom of onze darmflora een enorm groot effect uitoefent op ons psychisch en fysiek welzijn. Ok, de link met gezondheid is daarmee duidelijk gesteld, maar wat heeft dit met natuur te maken?

Contact met natuur – bij voorkeur veilige biodiverse natuur – kan waarschijnlijk zowel rechtstreeks als onrechtstreeks een positieve impact hebben op datzelfde darmmicrobioom.

Rechtstreeks doordat we op die manier bijvoorbeeld contact maken met goede micro-organismen die ons darmmicrobioom zullen verrijken. Belangrijk, want een rijker darmmicrobioom of een gevarieerdere darmflora blijkt uit onderzoek beter voor ons fysiek en psychisch welzijn dan een aan soorten arme darmflora.

Onrechtstreeks doordat we, door middel van contact met veilige natuur, ons parasympatisch zenuwstelsel en onze nervus vagus gaan prikkelen. Dit zal resulteren in stressvermindering. Minder chronische stress betekent een positieve impact op het darmmicrobioom.

Daarnaast zou het kunnen dat, door aan iets zoals tuinieren te doen, we niet alleen in contact komen met goede micro-organismen, maar ook gezonder, gevarieerder en vezelrijker zullen eten. Dit blijkt gunstige effecten teweeg te brengen op ons darmmicrobioom of op het aantal en de soorten bewoners die in onze darm zullen en willen leven.

Benieuwd naar wat ons darmmicrobioom of onze darmflora voor onze (brein)gezondheid kan betekenen? Wat het effect is van chronische stress, harige huisdieren, voeding met veel vezels en polyfenolen (een kleurstof uit groenten en bonen), contact met (biodivers)groen en tuinieren? Benieuwd? Lees dan hier verder.

nieuws

Natuurcontact en onze nervus vagus; natuur en de polyvagaaltheorie van Porges

De reden waarom natuur het contact met onszelf en anderen verbetert, ons minder eenzaam kan doen voelen, ons kan kalmeren en onze immuniteit kan helpen te verbeteren, heeft misschien te maken met ons autonoom zenuwstelsel en meer specifiek met de zogenaamde ventrale vagale staat uit de polyvagaaltheorie van Porges. Benieuwd naar meer? Lees dan hier verder.

nieuws

Verhoud je tot jezelf en de ander als tot de natuur en het heelal en leer zo jezelf en de ander beter te begrijpen

Jeremy Thomas “Stars Galaxy Rocky Mountain” bron Wikimedia

Met kerst en het eindejaar voor de boeg staan er bij velen onder ons weer tal van feestjes, diners en recepties op de agenda. De kans is daardoor meteen groot dat je naast of tegenover iemand komt te zitten die jou zijn of haar problemen wil vertellen. Maar met welke ingesteldheid kan je best naar die persoon, zijn of haar verhaal, luisteren. Hoe kunnen we hem of haar proberen te begrijpen? Kunnen we hier lessen trekken uit hoe wij ons verhouden tegenover de natuur? Mogelijks wel.

In plaats van als een tik-tok psycholoog te denken dat je iedereen kan doorgronden en analyseren zouden mensen zich wat meer tot zichzelf en de ander moeten verhouden als tot de natuur en het heelal.  Dat wil zeggen met een nieuwsgierige en tegelijkertijd respectvolle, bescheiden mindset. Dit beseffende dat niet alles te begrijpen valt daar het mysterie te groot is. Moesten we dit als mens doen, dan zou het ons – paradoxaal genoeg – misschien net kunnen helpen om onszelf en de ander beter te begrijpen. Aanleiding van deze gedachte zijn enkele uitspraken van psychiater en filosoof Damiaan Denys. Nieuwsgierig naar meer? Lees dan hier verder.

We expect tot understand everything – but we don’t even know what a thought is, although we know we have them.
Jon Kabat-Zinn

Uit Healing and The Mind, Bill Moyers, Doubleday, 1993

nieuws

Waarom wij meer buiten moeten komen; over zonlicht, vitaminen, feelgoodhormonen en opioïdenverslaving

De afgelopen drie dagen kruist het thema opioïdenverslaving (verslaving aan pijnstillers) meermaals mijn pad. Zo huur ik op zaterdag – zonder het goed te beseffen – een pakkende documentaire over een farmareus wiens pijnmedicatie enorm verslavend werkt, zie ik op zondag een programma op de televisie dat waarschuwt voor het overtollige gebruik van pijnstillers en lees ik op maandag toevallig op het internet een onderzoek over de link tussen vitamine D-tekort en opioïdenverslaving. En ja, een vitamine D-tekort wordt onder andere in verband gebracht met een gebrekkige blootstelling aan zonlicht. Een artikel over de heilzame effecten van zonlicht lijkt wel ment to be. Zeker op een donkere herfstdag als deze.

We zijn als mens vermoedelijke ontstaan op de Afrikaanse savanne. Dat wil zeggen in de buurt van de evenaar. Een plek waar het zonnetje vaak schijnt. Sommige dingen zijn niet veranderd sinds ons ontstaan als soort. Eentje daarvan is dat wij als mens nog altijd zonlicht nodig hebben. 

Het is daarom heel spijtig om vast te stellen dat wij met z’n allen, zeker in het westen, tegenwoordig veel te veel binnen zitten. Het gevolg is een te beperkte blootstelling aan zonlicht. Dat heeft een negatieve weerslag op onze fysiek en ons psychisch welzijn. Waarom? Omdat zonlicht heel wat positieve effecten kan hebben voor onze gezondheid. Schijnt het zonnetje dan is de kans groot dat dit de aanmaak van bepaalde belangrijke pijnstillende en opbeurende stoffen en hormonen in ons lichaam zal bevorderen. Het gevolg is onder andere minder depressieve gevoelens en vermoedelijk minder drang naar pijnmedicatie. Over welke stoffen gaat het? Waarom zou in deze context een therapeutische omgeving of een therapeutische tuin altijd over voldoende plekken met zonlicht moeten beschikken? Waarom zou dit bij mensen met een opioïdenverslaving extra belangrijk kunnen zijn? Benieuwd? Lees dan hier verder.

nieuws

Tips voor een therapeutische tuin of een helende omgeving

Is elk stukje natuur even goed of even therapeutisch? Enkele zaken waar men best rekening mee houdt bij het inzetten van natuur ten voordele van de gezondheid of bij het creëren van een therapeutische tuin of helende omgeving.

Vanuit mijn achtergrond in de klinsiche psychologie en mijn liefde voor omgevingspsychologie, krijg ik meer dan eens de vraag: wat is een helende omgeving of een therapeutische tuin en is elke stukje natuur even goed voor onze gezondheid?

Met het antwoord kan ik een gans boek neerpennen, maar niet iedereen heeft de tijd en de goesting om een antwoord van honderden bladzijden op een redelijk eenvoudige vraag na te lezen. Toch? Vandaar dat ik kort – of naar mijn standaarden toch “relatief kort” – enkele bedenkingen en adviezen voor jullie op een rijtje zet. En nee, niet elke stukje natuur is even therapeutisch of even goed om contact mee te maken. Ik kan het al meteen verklappen, zaken waarmee men best rekening dient te houden zijn onder andere biodiversiteit, het natuurlijk karakter, esthetiek, stilte, schone lucht, wandelvriendelijkheid, toegankelijkheid, veiligheid, daglicht… Zonder enkele van deze ingrediënten kan je volgens mij moeilijk spreken van een therapeutische tuin of een helende omgeving.

Zin om verder te lezen? Klik dan hier voor het vervolg van mijn verhaal.

nieuws

Alexithymie en natuur: over trauma, eetstoornissen en natuurcontact

Tekening gemaakt door mijn zusje Liesbet. Voor haar bezat niet alleen natuur maar ook kunst helende eigenschappen.

Het leek bij mijn zus of haar hoofd los stond van de rest van haar lichaam, alsof er geen contact of connectie tussen beide was, alsof ze haar uitgehongerde lichaam niet voelde, alsof het twee aparte modaliteiten waren die onafhankelijk van elkaar functioneerden. 

Ik kan het haar niet meer vragen. Het is alsof ik het nu pas inzie, nu, wanneer het te laat is. Maar alles lijkt op iets dergelijks te wijzen. Hoe kan het anders dat iemand met een gewicht van amper 27 kg geen honger voelt, vaak niet echt beseft dat ze eten nodig heeft? Leed mijn zus aan alexithymie en wat heeft alexithymie met natuurcontact te maken?

Benieuwd naar wat alexithymie juist is en wat de link is met trauma, eetstoornissen en natuur? Benieuwd naar waarom ik in dit kader pleit voor meer natuurcontact, in het bijzonder in de psychiatrie, lees dan hier gauw verder.

nieuws

Minder stress door op een speciale manier te ademen in de buurt van bepaalde bomen?

In een boek van de wetenschapsjournalist James Nestor ontdekte ik dat je, om kalm te worden, het best door je linkerneusgat in en uit kan ademen Daardoor activeer je volgens Nestor de rechterhersenhelft en het parasympatische zenuwstelsel. Dit zal je bloeddruk laten zakken, je hartslag vertragen en de aanmaak van stresshormonen verminderen. Het resultaat is dat je rustiger wordt.

Deze ademhalingstechniek (traag – bijvoorbeeld 4 tellen in en 6 tellen uit – door je linkerneusgat in- en uitademen) kan je best uitvoeren in de buurt van bomen die kalmerende fytoncides (vluchtige geurstoffen) verspreiden. Ik denk dan aan bepaalde sparren, dennen en ceders. Trek bij voorkeur op een warme, zonnige dag het bos in voor een sessie linkerneusgat ademen; er zijn bij hogere omgevingstemperaturen namelijk meer fytoncides in de lucht aanwezig. Waar wacht je nog op? Doe je wandelschoenen aan, ga het bos in op zoek naar een geschikte heerlijk geurende (naald)boom en test het zelf maar eens uit (als je fysiek het uiteraard toelaat om op deze manier te ademen).

nieuws

Kunnen planten voelen en emotioneel op iets reageren? En herkennen zij een moordenaar?

Zijn de woorden van Luther Burbank uit 1922 herkenbaar? Bij mij laten ze alleszins een belletje rinkelen. Wat heeft die Burbank dan wel gezegd vraag je jezelf nu waarschijnlijk af. Wel, hij zei ooit: “… iemand kan een plant planten, er goed voor zorgen en de plant kwijnt weg. Maar met dezelfde fysieke verzorging kan een ander diezelfde plant gezond en weelderig maken. Het geheim is … liefde.”

Bij het lezen van deze woorden dacht ik: “Misschien moet ik mijn appelsienboompje toch wat meer liefde geven”. Want ik moet toegeven dat ik, toen ik hem kreeg, eerst wat slechtgezind op hem was. Hij was zo kolossoaal in mijn o zo kleine interieur. Waar moest ik die plant in godsnaam nog ergens zetten. Enfin, je vraagt jezelf af – als de woorden van Burbank tenminste waar zijn – hoe kan een plant op liefde reageren als hij niet zou denken en voelen? Met boeken als die van Mancuso, Wohlleben en Gagliano zijn we stilletjes aan gaan inzien dat de kans bestaat dat planten wel degelijk kunnen ‘denken’ en met elkaar in verbinding staan. Waarschijnlijk niet op dezelfde manier zoals de mens dat doet, maar bijvoorbeeld met een soort van cellulair bewustzijn waardoor ze kunnen ‘afstemmen’ op en in verbinding kunnen staan met alle vormen van leven waaronder andere planten, mensen en dieren. Want ja, het ziet ernaar uit dat planten veel gevoeliger en ‘emotioneler’ zijn dan we vroeger dachten.

Kunnen planten voelen? Dat is dus de vraag. Omdat planten geen zenuwstelsel hebben zoals het onze beschouwt de wetenschappelijke wereld plantperceptie veelal als een pseudowetenschap. Maar zouden planten niet kunnen voelen en reageren op de omgeving via andere dingen dan het klassieke zenuwstelsel zoals chemische, elektrische en andere stimuli? Zin in wat straf leesvoer over planten, emoties, garnalen, leugendetectoren en het herkennen van een moordenaar? Klik dan hier voor wat – ik geef het toe – eerder controversiële en wetenschappelijk minder betrouwbare experimenten over plantengevoelens die wel wat stof tot nadenken bieden.

nieuws

Is de 3-30-300 regel een goede vuistregel om te zien of je dagelijks een voldoende hoge dosis natuur binnenkrijgt? 

Volgens de 3-30-300 regel moet je bijvoorbeeld vanuit je woning zicht hebben op minstens 3 bomen.

Om te kijken of je voldoende van het zogenaamde ‘groene’ medicijn binnenkrijgt als je in een stedelijk gebied woont, stelt de Nederlandse onderzoeker Cecil Konijnendijk de 3-30-300 regel voor. Als jouw leefomgeving aan deze regel voldoet zou je dagelijks de ideale dosis natuur kunnen opnemen. 

Elke omgeving, stad of context is dan wel anders, toch hebben mensen nood aan eenvoudige, gemakkelijk te onthouden algemene richtlijnen zoals de 3-30-300 regel. Daarom is het niet verwonderlijk dat deze regel al door vele steden en gemeenten overgenomen werd. Maar is de regel wel alles zaligmakend en wat houdt hij juist in? Benieuwd naar meer? Lees dan hier verder.

nieuws

Op zoek naar groene plekjes om natuur in te zetten voor jouw gezondheid?

Een magisch groen plekje dichtbij mij thuis dat je via de groenzoeker kan terugvinden.

Hoe kan je goede toegankelijke groene plekjes vinden in jouw buurt, tenminste als je in de provincie Antwerpen te België woont? Aha, via de groenzoeker van de provincie Antwerpen natuurlijk. Al ooit van gehoord. Nee? Probeer hem dan eens uit, want zo kan jij misschien nieuwe stukjes groen ontdekken vlakbij huis. 

De tool is niet alleen handig voor particulieren, maar bijvoorbeeld ook voor mensen uit het onderwijs die natuur willen inzetten of voor mensen uit de gezondheidssector die natuur willen gebruiken of voorschrijven als aanvullende of complementaire therapie bovenop een klassieke behandeling. 

Wat vind je zoal op de groenzoeker? Parken, bossen, recreatiedomeinen, speelplekken, speelzones, vogelkijkhutten, vogelkijkwanden, hondenloopzones, forten, uitkijktorens, vogelkijkhotspots, wandellussen, fietslussen, mountainbikelussen, zitbanken, picknicktafels, toiletten, laadpunten voor de fiets, drinkfonteinen, eet- en drinkgelegenheden, parkings, bushaltes, treinstations, veerdiensten… 

De groenzoeker wordt bovendien steeds aangepast en uitgebreid. Nieuw is bijvoorbeeld de optie om te selecteren op buitenleerplekken of om te kijken welke vogelsoorten er recent werden waargenomen in een bepaald gebied, vogelkijkhut of vogelkijkhotspot.

Dringend tijd dus om te exploreren hoe groot de “achtertuin” van de Antwerpenaar wel niet is!

www.groenzoeker.be