De 3-30-300 regel; een maatstaf om te zien of je dagelijks voldoende natuur binnenkrijgt in een stedelijke omgeving?

Is de 3-30-300 regel een goede maatstaf om te zien of jij dagelijks voldoende natuur binnenkrijgt als je woont in een stedelijke omgeving?

Ten eerste wat is dat de 3-30-300 regel, wat houdt dit in? Dat is eigenlijk heel simpel. Ik leg het hieronder even aan jullie uit.

3 – Drie staat voor het feit dat jij vanuit jouw woning, in het ideale scenario, uitzicht hebt op minstens 3 bomen.

30 – Dertig wil zeggen dat de buurt rondom jouw woning – vanuit de lucht bekeken – voor minimum 30% uit en groen bladerdek bestaat.

300 – Driehonderd verwijst naar het gegeven dat jij op maximaal 300 meter van jouw woning een publiek toegankelijk park of groengebied ter beschikking hebt en dit van minstens 1 hectare groot.

Een eerste bedenking over de 3 uit de regel

Bij de 3 uit de 3-30-300 regel mag je volgens mij gerust de kanttekening maken dat de ene boom de andere niet is. Het positieve effect op jouw gezondheid van zicht – vanuit je raam – op drie kleine petieterige jonge boompjes zal vermoedelijk veel minder groot zijn dan dat van zicht op twee grote oude exemplaren. 

En inderdaad, in een onderzoek van de KUL zag men bijvoorbeeld dat vooral de grootte of het volume van de kruin belangrijk is voor de gezondheid. Meer specifiek ontdekte men dat hoe groter de kruinen van (stads)bomen waren, hoe minder medicatie voor stemmingsstoornissen en cardiovasculaire problemen er verkocht werd aan mannen en vrouwen tussen 19 en 64 jaar. Verder ziet het er naar uit dat zicht op een groot aantal bomen net tot een minder gunstig effect zou kunnen leiden. Hoe hoger de densiteit van de stammen in de straat, hoe meer medicatie voor stemmingsstoornissen en cardiovasculaire problemen er in dit onderzoek juist verkocht werd.

Met andere woorden; ga misschien eerder voor een kleiner aantal oude bomen met een grote kruin, dan voor veel jonge boompjes met een kleine kruin. 

Een boom met een relatief grote kruin die ik vanuit mijn slaapkamerraam kan zien. Hadden dit er beter drie hele kleine geweest? Volgens het onderzoek van de KUL ziet het ernaar uit van niet. Zoals je kan zien is de boom nu net groot genoeg om enkele huizen, wat verderop in de straat, te verbergen.

Naast het volume van de kroon en het aantal stammetjes waarop je kijkt, zijn er vanuit mijn achtergrond en passie in de psychologie en de omgevingspsychologie trouwens nog heel wat andere kenmerken van bomen waarmee je rekening moet houden bij het creëren van een – voor de mens- helende of gezonde omgeving. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de fytoncides die de boom uitscheidt, de vorm van de kroon, de lichtdoorlatendheid van het bladerdek, de kleur van het blad…

Nog enkele bedenkingen over de 30 en de 300 uit de regel

Wat betreft de 30% moet er volgens mij nog gezegd worden dat een groen bladerdek – buiten beschouwing gelaten hoe groot het juist moet zijn – idealiter is opgebouwd uit verschillende soorten bomen. Voldoende biodiversiteit of soortenrijkdom is namelijk een extra troef voor de gezondheid van mens en dier. Daarenboven is het zeker geen slecht idee om bij de oppervlakte van het groene bladerdek in jouw buurt naast bomen ook rekening te houden met de aanplant van struiken, kruiden, grassen en bloemen. De 3-30-300 regel spreekt vooral over bomen, maar voor de biodiversiteit – en dus voor de gezondheid van mens en dier – zijn evengoed struiken, grassen, kruiden, bloemen…. belangrijk. Het is meer dan jammer dat hier onvoldoende aandacht aan wordt besteed.

Ook 300 meter als afstand tot toegankelijk groen blijkt discutabel. Inzake afstand lijkt het eerder belangrijk als het park of natuurgebied binnen een aanvaardbare tijdspanne – voor mensen die minder goed te been zijn zo’n 5 à 10 minuten – op een veilige manier te voet bereikbaar is. Vandaar misschien beter een park dat je veilig te voet of met de fiets kan bereiken dat op 500 meter van je woning ligt, dan eentje dat dichterbij is maar waar je je leven voor moet riskeren. In een onderzoek naar mogelijke gezondheidsvoordelen van bomen en graszones in New York bleek de kritische afstand bovendien eerder 1000m. Toegankelijkheid en de impact van bomen en andere vegetatie op de lucht- en klimaatkwaliteit van de omgeving zijn waarschijnlijk doorslaggevender voor onze gezondheid dan de strikte afstand tot een groengebied.

Daarnaast is het mijn insziens een pluspunt als het gebied aan bepaalde voorwaarden voldoet. De ene natuur en dus het ene park is al beter voor de gezondheid in vergelijking met het andere. Een parkje dat bijvoorbeeld vooral bestaat uit verharding, slechts enkele plantensoorten en veel zwerfvuil is minder interessant voor de gezondheid. Voor bepaalde mensen kan het bezoek aan zo’n park zelf nadelig zijn. Maken we de vergelijking met een park dat bijvoorbeeld een mooie waterpartij heeft, dat rijk is aan veel gevarieerd en natuurlijk ogend groen en dat weinig vuil herbergt, dan is de kosten-batenanalyse snel gemaakt.

Tot slot nog een punt dat ik wil maken. De regel spreekt over de aanwezigheid van bomen nabij de woning, maar het zou moeten gaan om bomen en natuur in de ruimere leefomgeving. Is het niet zo dat vergroening bijvoorbeeld evengoed toepasbaar zou moeten zijn op de werk- en schoolomgeving? Als je bedenkt hoeveel tijd mensen per dag doorbrengen op het werk of op school, dan is de aanwezigheid van voldoende bomen, struiken, bloemen… ook daar van cruciaal belang voor de gezondheid.

De 3-30-300 regel toegepast

Voila, dat waren enkele van de vele mogelijke bedenkingen bij het opzet van een 3-30-300 regel.

En nu het volgende; is er onderzoek gedaan naar het effect van deze regel op de gezondheid? Ja, onder andere in Spanje heeft men het effect van de regel op de mentale gezondheid bestudeerd.

Zo laat onderzoek in Barcelona zien, dat ten eerste heel weinig mensen uit hun stad voldoen aan de 3-30-300 regel (slechts 4,7%), dat zij die volledig aan de regel voldoen een betere mentale gezondheid hebben (dit in de zin van minder gebruik van kalmeringsmiddelen, sedativa en antidepressiva en minder bezoekjes aan de psychiater of psycholoog) en dat in de 3-30-300 regel waarschijnlijk de 30 – leven in een buurt waar minimum 30% van de oppervlakte bestaat uit een groen bladerdek – het meest bepalend is voor de mentale gezondheid. 

Een pijnlijke realiteit

Het ziet er met andere woorden naar uit dat de boomkruinen tussen onze woningen – die zo vaak voor burenruzies zorgen – een grote meerwaarde betekenen voor onze mentale gezondheid. 

En dit brengt ons naar de laatste vragen of bedenkingen. Is deze regel – onder andere gezien onze huidige wetgeving – haalbaar en praktisch toepasbaar op stedelijke vergroening en stedelijke bebossing in Vlaanderen? En wat met bijvoorbeeld kustgebieden zoals we die in Vlaanderen hebben waar nauwelijks bomen en bossen te vinden zijn?

Je ziet het; veel stof tot nadenken.

Kort samengevat denk ik dat ‘regels’ zoals deze een handig hulpmiddel kunnen zijn om mensen bewust te maken van het belang van meer groen voor de gezondheid. De 3-30-300 regel spreekt echter vooral over het implementeren van meer bomen en houdt weinig rekening met struiken, grassen, bloemen… 

Bomen zijn enorm belangrijk, maar in onze dicht bebouwde gebieden niet zomaar overal implementeerbaar. Daarnaast is het niet gemakkelijk om binnen onze huidige Vlaamse wetgeving zomaar overal bomen te planten. Zeker niet in een kleine stadstuin waar men overal 2 meter van de scheiding moet blijven. Meer nog, waar geëist kan worden dat takken van bomen en struiken die overhangen bij buren gesnoeid moeten worden, ongeacht de nadelen voor mens, natuur en klimaat.

Vandaar; is zo’n 3-30-300 regel wel realistisch? Los van het feit dat voorlopig voldoende nuance bij de toepassing van soortgelijke regels ontbreekt en steden en gemeenten te weinig inzetten op externe expertise, zou een algemene regelgeving best meer rekening houden met de voordelen die verbonden zijn aan een groenere inrichting van onze omgeving.

De valkuilen van zo’n 3-30-300 regel

Verder zou de regel wat genuanceerder mogen zijn. Zoals eerder gezegd zijn de ene drie bomen de andere niet. Het gevaar bestaat erin dat wanneer steden en gemeenten de 3-30-300 toepassen, zij misschien zullen denken goed bezig te zijn als ze ervoor zorgen dat iedereen zicht heeft op om het even welke drie bomen. Hoe ongelooflijk het ook klinkt, er zou zelfs vanuit kunnen gegaan worden dat het beter is om één grote oude boom te kappen en deze te vervangen door drie kleine jonge boompjes om zo aan de 3 uit de regel te voldoen. Dit terwijl het effect van die ene oude boom met zijn grotere kroon veel gunstiger voor de voksgezondheid zou geweest zijn dan het effect van de drie nieuwe dunne stammetjes met hun kleine kroon. 

Om een lang verhaal kort te maken: de regel helpt in zijn eenvoud en kracht particulieren, overheden, steden en gemeenten om bewuster te worden van het feit dat groen in onze steden belangrijk is voor onze gezondheid. De realiteit is echter veel complexer en ingewikkelder en is niet zomaar te vertalen in een vuistregel met drie factoren. Vandaar de boodschap; blijf kritisch denken bij deze regel en ga hem niet zomaar overal klakkeloos kopiëren.

  1. Konijnendijk C. The 3-30-300 Rule for Urban Forestry and Greener Cities.Biophilic Cities Journal, 4(2); 2021
  2. Chi D., Aerts R., Van Nieuwenhuyse A., Bauwelinck M., Demoury C., Plusquin M., Nawrot T.S., Casas L., Somers B., Residential Exposure to Urban Trees and Medication Sales for Mood Disorders and Cardiovascular Disease in Brussels, Belgium: An Ecological Study.Environmental Health Perspectives 130 (5); 2022, CID: 057003 1-6
  3. Nieuwenhuijsen M.J., Dadvand P., Marquez S., Bartoll X., Perreira Barboza E., Cirach  M., Borrel C., Zijlema W.L., The evaluation of the 3-30-300 green space rule and mental health.Environmental Research 215 (2); 2022: 114387
  4. Reid, C. E., Clougherty, J. E., Shmool, J. L. C., & Kubzansky, L. D., Is All Urban Green Space the Same? A Comparison of the Health Benefits of Trees and Grass in New York City. International journal of environmental research and public health, 14(11), 1411.; 2017
  5. Dirk Avonts, Hans Keune en Roy Remmen. Natuur op doktersvoorschrift. Hoe buiten zijn ons gezond houdt. Lannoo Campus, 2023