Natuurcontact

Natuurcontact en onze nervus vagus; natuur en de polyvagaaltheorie van Porges

Om te beginnen beschrijf ik de klassieke visie op het menselijk zenuwstelsel. Daarin wordt ons zenuwstelsel opgesplitst in twee delen: het perifeer zenuwstelsel en het centraal zenuwstelsel. 

Over het centraal zenuwstelsel kunnen we kort zijn; dat bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg en verwerkt zintuiglijke informatie, controleert beweging en speelt een rol bij cognitieve functies en emoties.

Het perifere zenuwstelsel heeft wat meer tekst en uitleg nodig. Dat bestaat immers opnieuw uit twee componenten; het somatische zenuwstelsel en het autonome zenuwstelsel.

Het eerste, het somatische zenuwstelsel, krijgt sensorische informatie binnen en beslist dan zelf of het spieren in ons lichaam in actie zet of niet. 

Het tweede, het autonome zenuwstelsel, werkt eigenlijk buiten onze wil om, we hebben er weinig invloed op. Het autonome zenuwstelsel maakt bovendien gebruik van neuroceptie. Daarbij is het dag en nacht op zoek naar tekenen van gevaar of veiligheid in het lichaam en in de omgeving. Met die informatie regelt het vitale lichaamsfuncties zoals onze hartslag, onze bloeddruk, onze ademhaling, onze spijsvertering en onze lichaamstemperatuur. Deze functies verlopen automatisch zonder dat we er bewust invloed op kunnen uitoefenen.

Het autonoom zenuwstelsel kunnen we verder opsplitsen in, jawel, twee stukken; het orthosympatische of kortweg sympatische zenuwstelsel en het parasympatische zenuwstelsel.

Nemen we via het systeem van neuroceptie gevaar waar, dan komt het sympatische zenuwstelsel in actie en schieten we in de vecht of vluchtreactie (fight or flight). We hebben op het spreekwoordelijke gaspedaal geduwd. 

Voelen we ons daarentegen veilig en is het gevaar geweken, dan stimuleren we het parasympatisch gedeelte van het autonoom zenuwstelsel en komen we in rust- en herstelmodus terecht (rest and digest). We hebben op de zogenaamde rem getrapt.

Als jager-verzamelaars was het systeem van neuroceptie – waarbij we constant op zoek zijn naar signalen van veiligheid en gevaar – cruciaal om te overleven.

Zo, nog belangrijk om te weten is dat de nervus vagus – waarover we het zo dadelijk nog zullen hebben – deel uitmaakt van dit autonoom zenuwstelsel. Nervus vagus betekent zwervende zenuw. Dat juist deze zenuw deze naam heeft gekregen is niet onlogisch of toevallig. Hij verbindt namelijk ons brein met zowat alle andere organen in ons lichaam. Daardoor is de nervus vagus niet alleen een soort van “zwerver” die door ons lichaam kronkelt, hij is ook de grootste en belangrijkste zenuw van het autonoom zenuwstelsel en dan meer specifiek van het parasympatische zenuwstelsel. Door de nervus vagus te stimuleren drukken we namelijk op de spreekwoordelijke lichamelijk rem; onze bloeddruk zakt, ons hart klopt trager, we maken minder stresshormonen aan… We worden kortom rustiger. 

Van de klassieke visie naar de visie van Porges. Het verschil tussen beide zit hem in de beschrijving van het autonoom zenuwstelsel, de rest blijft in de opvatting van Porges hetzelfde.

Wat verandert er dan? Wel, volgens Porges bestaat het parasympatische zenuwstelsel – de spreekwoordelijke rempedaal van het autonome zenuwstelsel – nog eens uit twee aparte delen; de ventrale vagus en de dorsale vagus.

Wat doet de ventrale vagus? Deze zorgt ervoor dat het lichaam kalmeert en herstelt na een gevaarlijke of stressvolle situatie. Daarbij komt nog dat wanneer wij in een ventrale vagale modus verkeren – en we ons dus veilig en ontspannen voelen – we in staat zijn tot het maken van contact met anderen. Vandaar dat men de ventrale vagus ook weleens de sociale zenuw noemt.

Wat doet de dorsale vagus? Deze brengt ons in de zogenaamde freeze-reactie bij heel groot gevaar.  

Even samengevat; in de polyvagaaltheorie van Porges bestaat het autonoom zenuwstelsel uit drie delen; 

  • de dorsale vagus die aan zet komt bij heel groot gevaar en zorgt voor immobilisatie van energie, slapheid, en afwezigheid in de zin van bevriezen.
  • de orthosympaticus of sympaticus die aan zet komt bij gevaar en zorgt voor mobilisatie van energie en actie in de zin van vechten of vluchten.
  • de ventrale vagus die aan zet komt bij veiligheid en zorgt voor coregulatie en verbinding in de zin van connectie met de ander.

Ik vertel dit allemaal omdat we via de polyvagaaltheorie van Porges misschien kunnen verklaren waarom contact met natuur ons rustiger kan maken, het contact met anderen en met onszelf kan verbeteren en onze algehele gezondheid kan verbeteren. Het zou namelijk allemaal te maken kunnen hebben met het feit dat natuur de ventrale vagus activeert waardoor we tot meer connectie in staat zijn en ons lichaam in een rust- en herstelmodus terecht komt.

Fractale vormen, vormen die we overal in de natuur tegenkomen, zouden ons rustiger maken en onze aandacht herstellen.

Contact met (veilige) natuur – zoals contact met fractale vormen, een mooie zonsondergang, het geluid van de golven van de zee- stimuleert veelal de ventrale vagus. Zoals we daarnet konden lezen is de ventrale vagus de sociale zenuw.  Dit omdat we in een ventrale vagale staat meer kans hebben op connectie en coregulatie met de ander, maar evengoed op een betere connectie met jezelf en met de omgeving. Belangrijk want deze drie vormen van (natuur)contact – contact met de ander, met jezelf en met de groene omgeving- zijn volgens mij cruciaal voor onze algehele gezondheid, fysiek en psychisch.

Als het correct is dat contact met (veilige) natuur de ventrale vagus activeert, dan is dit bovendien een extra argument voor de stelling dat natuurcontact (in de zin van volkstuinieren, participeren in een gemeenschappelijke tuin…) zorgt voor bijvoorbeeld minder eenzaamheid en meer sociaal contact. 

Dat natuur het gevoel van eenzaamheid kan verminderen en het aantal sociale contacten kan laten toenemen wordt in bepaalde onderzoeken gesuggereerd (over natuur en eenzaamheid schreef ik trouwens een artikel dat je kan lezen via deze link). Maar waarom dit juist zo zou kunnen zijn, blijft nog de vraag. 

Als je de theorie van Porges leest, zit de activatie van de ventrale vagus daar mogelijk voor iets tussen. Het zien van een adembenemende zonsondergang of van een fragiele lentebloem, het luisteren naar de ruisende golven van de zee of het vrolijke tjierpen van de vogels… zijn vaak “glimmers” of signalen van veiligheid die de ventrale vagus stimuleren waardoor sociaal contact en connectie mogelijk worden. Herinner je dat ons autonoom zenuwstelsel voortdurend aan neuroceptie, oftewel het speuren naar signalen van veiligheid (“glimmers”) of gevaar (“triggers”), doet. Merkt het autonoom zenuwstelsel “glimmers” op, dan wordt de ventrale vagus geactiveerd. Heeft het autonoom zenuwstelsel daarentegen “triggers” ontdekt, dan wordt de (ortho)sympaticus of de dorsale vagus geactiveerd.

Als een veilige natuurlijke omgeving of een omgeving met veel “glimmers” in de taal van Porges de nervus vagus of de ventrale vagale staat volgens Porges stimuleert, bevinden we ons bovendien in een parasympatische staat. Dat betekent een tragere hartslag, een lagere bloeddruk, minder aanmaak van stresshormonen… Allemaal zaken die gunstig inwerken op onze immuniteit. Goed, want een betere immuniteit betekent een betere fysieke en mentale gezondheid. Wist je trouwens dat meer sociaal contact onze weerstand kan verhogen. 

Zo zie je dat (veilige) natuur, via activatie van de nervus vagus in het algemeen of de ventrale vagus in het bijzonder, ons niet alleen rustiger en socialer kan maken, maar ook een positieve impact kan uitoefenen op onze immuniteit. 

Tot slot nog even opmerken dat ik bij contact met natuur steeds het woordje veilig tussen haakjes zet. Dit om duidelijk te maken dat we niet uit het oog mogen verliezen dat het steeds om veilige natuur moet gaan, willen we tenminste de parasympaticus of in termen van Porges de ventrale vagus activeren en profiteren van diens voordelen. Ons autonoom zenuwstel en ons systeem van neuroceptie is immers ontstaan in de natuur en dit onder andere om gevaar waar te nemen en er snel en gepast op te kunnen reageren. In de natuur zijn er dus evengoed gevaren die onze (ortho)sympaticus en de dorsale vagus uit de theorie van Porges kunnen triggeren. Niet alle natuur zal ons met andere woorden een gevoel van veiligheid geven en onze parasympaticus of ventrale vagus activeren.

Iets zoals Nature Contact Training leert jou welke natuur voor jou veilige natuur is en welke aan natuur gerelateerde oefeningen je kan doen om jouw ventrale vagale tonus te verbeteren, je (ortho)sympaticus te temperen of je uit een dorsale staat te halen. 

  • Deb Danna. De polyvagaaltheorie in therapie: het ritme van regulatie: basisboek. Uitgeverij Mens!, 2020
  • Luc Swinnen. Versterk je nervus vagus. Actief aan de slag met de polyvagaaltheorie. Lannoo, 2023
  • Frantz, C. et al. There is no “I” in nature: The influence of self-awareness on conectedness to nature.Journal of Environmental Psychology (2005);25:427-436
  • Hume, C., Grieger, J.A., Kalamkarian A., D’Onise, K., Smithers L.G., Community gardens and their effects on diet, health, psychosocial and community outcomes: a systematic review. BMC Public Health (2022);22: 1247
  • Leschak, C.J., Eisenberger, N.I., Two Distinct Immune Pathways Linking Social Relationships With Health: Inflammatory and Antiviral Processes. Psychosom. Med. (2019);81(8):711-719