Categorie: nieuws

nieuws

Meer natuur minder dodelijke eenzaamheid?

 

Eenzaamheid blijkt dodelijker dan roken en gebrek aan beweging. Kan meer natuur het aantal dodelijke slachtoffers ten gevolge van eenzaamheid verminderen? Hierboven het schilderij van Alphonse Osbert: La Solitude du Christ, 1897

Ik maak me vanuit mijn opleiding klinische psychologie en vanuit mijn mens-zijn zorgen omdat er op zo’n grote schaal eenzaamheid heerst in onze westerse wereld. Het dreigt een megatrend te worden. Temeer omdat ik weet hoe bedreigend eenzaamheid kan zijn voor onze gezondheid. Zo blijkt uit onderzoek dat eenzaamheid ongezonder is dan roken of te weinig bewegen. Ik maak me verder zorgen omdat egoïsme, materialisme en narcisme in onze maatschappij aan een opmars bezig zijn.  

Zeker als ik besef dat we deze eigenschappen in verband kunnen brengen met eenzaamheid en sociaal isolement. Ik maak me tot slot zorgen omdat er zoveel natuur verdwijnt en onze band met natuur zoek is. Niet in het minst als ik aan de studies denk die ons laten zien dat natuur kan bijdragen aan altruïsme en minder eenzaamheid.

De beste boeken zijn niet deze waar jij naar op zoek bent maar diegene die jou vinden. Het lijkt alsof je ze wel in je vizier moest krijgen, alsof ze niet toevallig op je pad komen, alsof ‘it is ment to be’. Dit was ook het geval bij het boek ‘Eenzaamheid’ van de Duitse neuroloog, psycholoog en filosoof Manfred Spitzer. Toen ik wat in het boek bladerde merkte ik dat hij, net zoals mezelf, linken maakt tussen natuur en eenzaamheid. Onmiddellijk schieten me er dan vragen te binnen over dingen zoals, wat is het verband tussen een afname van natuur in onze westerse wereld enerzijds en een toename van eenzaamheid anderzijds?  Hoe komt het dat we, door de eenzaamheid op te zoeken in de natuur, ons contradictorisch genoeg juist minder eenzaam voelen? Als we weten welke invloed eenzaamheid heeft op onze gezondheid, is het verminderen van eenzaamheid dan één van de belangrijkste helende factoren van natuur? Belangrijker dan bijvoorbeeld het feit dat natuur ons meer zou doen bewegen of onze immuniteit zou verhogen? Kan meer natuur er met andere woorden voor zorgen dat er minder dodelijke slachtoffers vallen ten gevolge van eenzaamheid? En zo gaat het in mijn hoofd nog een tijdje door. Waar het eigenlijk volgens mij op neerkomt is dat eenzaamheid een belangrijk hedendaags thema is, zeker in relatie tot natuur. Lees verder.

nieuws

Op bezoek bij Natuurmensen – een interview met Ann Sterckx en Rudy Vandamme

Natuur en Mens ging recent op bezoek bij Ann Sterckx en Rudy Vandamme, 2 ecopsychologen die de relatie tussen mens en natuur diepgaand onderzoeken, op persoonlijk vlak, maar ook in hun professionele activiteiten. Voor hen is een diepgaande relatie met natuur een absolute noodzaak om als mens tot volle bloei en authenticiteit te komen en dienen we de natuur met respect en eerbied te behandelen, als gelijkwaardige partner. Net zoals Natuur en Mens vinden zij dat natuur opnieuw op de voorgrond moet komen van onze alledaagse beslissingen, in het besef dat wij als mens deel uit maken van iets veel groter dan onszelf.

Onderstaand filmpje is het relaas van de bijzondere conversatie die we met hen hadden. Laat het jou ook zo inspireren net zoals het met ons heeft gedaan!

Voor meer info en contact met Ann en Rudy, ga naar: http://earthwise.education/

nieuws

Back to beast: Leef terug meer als een beest!

Onlangs sprong de titel van een klein boekje me in het oog. Ik kreeg het, alsof het lot ermee gemoeid was, onder mijn neus geschoven in de plaatselijke bibliotheek. ‘Leef als een beest’ stond er. Interessant dacht ik en dat bleek na het lezen ervan ook zo te zijn.
Het boekje is op een zeer vlotte en toegankelijke manier geschreven door psychiater en hoogleraar Witte Hoogendijk en chef Boeken bij de Volkskrant Wilma de Rek. Zij laten ons zien dat de kloof die er heerst tussen datgene waarvoor ons lichaam gemaakt is en datgene wat we datzelfde lichaam heden ten dage aandoen, leidt tot modernetijdsziektes zoals  burn-out, depressie, obesitas en een hoge bloeddruk. Door meer te leven als een beest zouden we minder last hebben van beschavingsziektes. Hier ben ik het helemaal mee eens! Waarom? Hieronder een woordje extra uitleg.
Stel je gaat in het bos wandelen en ontdekt in het hoge gras een achtergelaten vossenjong. Je neemt hem mee naar je thuis; een appartement in het midden van Antwerpen waar de trams en bussen voor je deur voorbijrazen. Je maakt voor hem een nestje op je zetel. Vertroetelt hem de hele dag, kijkt samen met vossenjong televisie en propt hem vol met allerlei lekkers zoals pringles, oreo’s en cola. Is het dan raar dat na een paar weken een dik vossenjong je met zielige, doffe ogen aankijkt? Wellicht niet. De meesten onder ons vinden het gelukkig nog logisch dat het vossenjong ongelukkig is in deze situatie; omdat wilde dieren zoals hij nu eenmaal in het bos thuishoren.

Maar hoe zit het dan met mensen? Horen die eigenlijk wel thuis op een appartement in de stad, hun dagen slijtend op een stoel terwijl ze zich volproppen met allerlei calorierijke snacks? Zijn mensen eigenlijk ook van oorsprong geen dieren, net zoals het vossenjong, afkomstig uit de wilde natuur?

Het boek ‘Leef als een beest’ begint met een soortgelijk relaas. Een soort van eyeopener.

Bewijs van de mens zijn plaats in de natuur, Huxley 1863, p22

Wanneer je goed en wel beseft dat wij eigenlijk ook gewoon dieren zijn, of zoals Desmond Morris het zegt: ‘kale apen’, dan is het zeer confronterend om langs hoge grijze appartementsblokken te rijden gelegen in een betonnen jungle naast een of andere ring- of snelweg. In je gedachten zie je de mensen, of moet ik zeggen beesten, opeengepakt zitten in hun kleine betonnen hokjes.

Wat met varkens die opgehokt in een stal leven? Die krijgen gedragsstoornissen, worden gestrest of agressief. Bijten elkaars staart en oren af. Mensen vertonen veel gelijkenissen met varkens. Niet alleen fysiek maar ook sociaal. Als wij mensen te dicht bij elkaar zitten loopt het ook mis. We zijn tenslotte evengoed als varkens gewoon maar dieren. Al moeten we toegeven dat we dieren zijn met een geavanceerde vorm van sociaal gedrag, een eusociale soort.

In het boek ‘Over groen en gezondheid. Groen als medicijn?’ maakten mijn man en ik al de vergelijking tussen twee groepen dieren. Een die in gevangenschap moet leven en wel voldoende eten en drinken krijgt maar gespeend wordt van zijn of haar natuurlijke habitat en een die in gevangenschap leeft, in een decor dat volledig lijkt op hun natuurlijke habitat. Het resultaat is dat de eerste groep gemakkelijker gestresseerd, angstig en depressief gedrag zal vertonen dan de tweede. Bij mensen van het ras ‘Homo sapiens’ is dit evengoed het geval.

Sommige religies willen ons doen geloven dat wij opeens, bij wijze van spreken uit het niets, op aarde zijn verschenen. Wij zijn door een magische hand geschapen. Dit doet ons vergeten dat wij net als andere diersoorten het product (en dus naar alle waarschijnlijkheid niet het eindproduct want evolutie is een proces dat altijd bezig is) zijn van een evolutie- en selectieproces. Wij zijn uit andere soorten ontstaan en niet zomaar in een keer in de gedaante van de hedendaagse mens op onze planeet verschenen. Het bewijs van ons ‘dierlijke’ zijn enkele oude resten die we nog altijd in ons meedragen. Denk maar aan ons staartbeentje (een overblijfsel van een kwispelende staart) of aan onze wijsheidstanden (in vervlogen tijden handig gereedschap om grote stukken vlees te verorberen, nu iets minder functioneel sinds de uitvinding van fijngemalen preparé en kant en klaar gehakt in bakjes).

We kunnen met andere woorden niet ontkennen dat we, net zoals andere dieren, afstammen van andere (dier)soorten. De vraag is dan: als we gewoon beesten zijn moeten we dan ook niet (terug) wat meer gaan leven als (oer)beesten? Zeker in het geval ons gestel nog niet is aangepast aan onze moderne leefstijl. En ‘be a beast’ hoe doen we dat?

lees verder

nieuws

Toxicoloog Henk Tennekes: “We hebben de denkfout gemaakt voedsel met gif te produceren.”

Alize Hillebrink brengt een mooie reportage over Toxicoloog Henk Tennekes.
LEES HET VOLLEDIGE VERHAAL OP: WWW.CONTACTZUTPHEN.NL

 

Natuur & Mens maakt een synthese:

Toxicoloog Henk Tennekes  (1950) is universiteitsdocent, doctor en ingenieur en heeft een succesvolle loopbaan als hij in 2009 wereldkundig maakt dat de massale bijen- en vogelsterfte samenhangt met neonicotinoïde pesticiden, ook wel neonics genoemd. Hij publiceerde zijn boek ‘A disaster in the making waarin hij het grote publiek waarschuwde voor een dreigende milieucatastrofe. Het middel zou het ei van Columbus zijn. Producent Bayer, ook bekend van Aspirine, brengt de stof aan het begin van de jaren negentig op de markt. Het is een middel waarmee zaaizaad kan worden gecoat alvorens het de grond in gaat. De boer heeft door deze preventieve behandeling geen omkijken meer naar zijn gewassen. Het klinkt als een sprookje, maar dan komen de problemen. De stof komt in de plant terecht en daarmee ook in het stuifmeel en de nectar. Zo komt het in de wilde bij en de honingbij die zorgen voor gewasbestuiving. De stof tast het zenuwstelsel van de bij aan waardoor deze gedesoriënteerd raakt en de weg naar de korf niet kan terugvinden. Ook verzwakt het de bij waardoor hij sneller sterft. Al met al een zeer ongewenste situatie want bijen zijn van levensbelang voor gewasbestuiving.”

Het werd de klokkenluider niet in dank afgenomen. Hij verloor al zijn geld, maar hij hield voet bij stuk en sinds eind vorig jaar is het gebruik van drie neonicotinoïden (clothianidin, thiamethoxam en imidacloprid) in Europa verboden. Ook is het inmiddels verboden om zaad dat is behandeld met neonicotinoïden te gebruiken of te verhandelen. “Ik moest voor de waarheid kiezen.”

Bijensterfte

Foto Bijen: WWW.WIBNET.NL

“In 2009 hoorde ik over de massale bijensterfte en verdiepte me erin. Ik las over incidenten in Frankrijk in relatie tot een nieuw middel waardoor bijen stierven. Ik dacht gelijk aan Druckrey: dit is een stof die geen drempelwaarde heeft, er is geen veilige dosis. Daarbij kwam dat van de zaadcoating 95 procent in de bodem bleef zitten. Bij regen komt dat in het oppervlaktewater terecht. Toen wist ik: we zijn de insecten aan het uitroeien. Eén: elke concentratie is giftig en twee: het verspreidt zich over het hele land. Insecten zijn er niet alleen voor de bestuiving, insecten zijn ook voer. Vissen leven van insectenlarven, vogels leven van insecten in de broedtijd, amfibieën, kikkers, egels, vleermuizen, reptielen. Een heel ecosysteem stort in elkaar. Er voltrekt zich een ramp.”

Zwitserse biologen hebben de laatste jaren honing verzameld van over de hele wereld en overal zaten neonicotinoïden in. Japanse toxicologen hebben in 2012 aangetoond dat die neonicotinoïdestoffen ook een interactie aangaan met de hersenen van zoogdieren. Hersenontwikkeling vindt voor het grootste deel plaats in de buik van de moeder! De nieuwste epidemiologische studies tonen een relatie tussen pesticiden en autisme bij kinderen. Uiteindelijk doet het de mens de das om.”

Foto Henk Tennekes door Henk Derksen

Gele weilanden

“Iedereen praat over de klimaatverandering als gevolg van de CO2-uitstoot. In de loop van de tijd zal dat ook tot rampspoed leiden, maar de insectensterfte is een veel directer probleem. De symbiose tussen plant en insect is miljoenen jaren oud. Die is in gevaar en daarmee ons hele ecosysteem. En wat te denken van glyfosaat dat wordt nog steeds op grote schaal toegepast. Iedereen kent ze: de gele weilanden in het voorjaar. Het helpt alle wilde planten om zeep. Klaproos, korenbloem, je ziet ze niet meer. Het is de mens die de basis waarop levensprocessen existeren zelf naar de knoppen helpt.

Het problematische is dat mensen geen doemverhalen willen horen. We hebben na de Tweede Wereldoorlog een fout gemaakt. We kampten met voedseltekorten. De efficiëntie van de voedselproductie moest omhoog. De ruilverkaveling werd ingevoerd, de mechanisatie nam toe en het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Binnen tien jaar hadden we voedseloverschotten en begon de afname van de biodiversiteit. We hebben de denkfout gemaakt voedsel met gif te produceren. We moeten terug naar een ecologische vorm van landbouw, zonder gif.”

 

nieuws

Bloemen en erotiek: Het ‘WOW’ effect

Enkele weken geleden contacteerde een journaliste mij met de vraag wat het effect is van bloemen op onze psyche. Dit zette mijn denkmachine in gang. Wat doen bloemen eigenlijk met een mens? Wat maakt dat mensen zich zo aangetrokken voelen door bloemen. Daar had ik met mijn grote voorliefde voor omgevingspsychologie natuurlijk al heel wat over gelezen, maar nog nooit had iemand mij die vraag zo concreet gesteld.

Na wat grasduinen kwam ik verschillende onderzoeken tegen die laten zien dat bloemen ons een positief gevoel bezorgen. Meer zelfs ze zorgen voor opwinding of zoals men in het Engels zegt arousal.  Zeker de felgekleurde exemplaren bezorgen ons eerder een dosis ‘arousal’ dan dat ze ons kalmeren. Men spreekt in dit kader binnen mijn vakgebied over de ‘WOW factor’, het buitenproportioneel effect, van bloemen.

Maar hoe komt het dat bloemen ons net zoals seks opwinden, dat ze ons arousal bezorgen? Is er een analogie tussen beide? Het feit dat bloemen ons een positief gevoel geven zou evolutionair te verklaren zijn doordat bloemen naar vruchten verwijzen en dus een teken zijn van toekomstig voedsel.  Het lijkt logisch, ons buikje kunnen vullen is vanzelfsprekend cruciaal. Toch blijf ik bij deze uitleg wat op mijn honger zitten. Er zijn eetbare bloemen, maar het is nog even wachten op echt voedsel bij het zien van een ontluikende bloem. Is er niet meer aan de hand, welke evolutionaire processen zijn er nog van tel?

Wel, volgens mij is er nog een andere verklaring waarom bloemen bij ons niet alleen een positief gevoel maar meer specifiek net zoals bij seks arousal of een ‘WOW’ effect oproepen. Mijn ‘Coïtus Naturalis’ hypothese is dat ze dit doen omdat ze refereren naar voortplanting. Bloemen zijn tenslotte niets anders dan de geslachtsorganen van planten. Verder is voortplanting via seks net even belangrijk voor onze overleving als voedsel.  Het zijn beide basisbehoeften. In deze zin is de tweede hypothese even plausibel als de eerste. Zeker wanneer we weten dat we als mens een diepere verbinding kunnen hebben met planten, dat we hun taal onbewust begrijpen en zelfs spreken.

Verder is er het cultureel aspect, zijn er de mooie gedachten die worden opgeroepen bij het zien of ruiken van bloemen. Deze gedachten worden doorgaans gelinkt aan vreugde, intimiteit en seks. Dat zijn de vrije associaties die we maken wanneer we ons tussen de bloemen begeven. Zowel het aanvoelen van de seksualiteit van de plant zelf als de link met datgene dat we kunnen omschrijven als het begrip ‘seks’ bepaalt dus onze beeldvorming.
De verwondering die wordt opgeroepen, de fysieke aantrekkingskracht die er van uitgaat, lijkt dan plots zeer logisch voor bloemen.

Niet gek dat bloemen al zeer lang in de geschiedenis symbool staan voor liefde. In de kunst bijvoorbeeld wordt de bloem al eeuwen gebruik als metafoor voor vooral vrouwelijke maar evengoed soms mannelijke geslachtsorganen en dus voor voortplanting. Hieronder enkele illustraties en duiding van de link tussen erotiek en bloemen.

Heb je er al eens bij stilgestaan dat wanneer je met je kinderen in de lente een bezoekje brengt aan prachtige lentebloeiers, zoals de boshyacinten in het Hallerbos, je eigenlijk naar plantenseks staat te kijken. Is de uitbundige bloei van planten in de lente niet een en al vertoon van genitaliën? Alsof je door de rosse buurt wandelt? Misschien, volgens sommigen onder jullie, wat seksitisch van toon, maar heb ik geen gelijk als ik zeg dat bloemen gewoon de geslachtsorganen van planten bevatten?

lees verder

nieuws

Liever een verwilderde tuin dan een verzorgd gazon

Een verwilderde tuin is beter voor het klimaat dan een perfect verzorgd gazon. Dat maakte de ByeByeGrass-campagne duidelijk met een actie aan het Atomium. De reclame van tuincentra leert de Vlaming onnodig dat hij zijn grasperk kort en verzorgd moet houden, vindt student groenmanagement Louis De Jaeger. De student groenmanagement aan Hogeschool VIVES nodigde experts uit die uitleggen waarom een strak grasperk het klimaat en de biodiversiteit niet vooruit helpt. Onder andere wetenschapsjournalist Dirk Draulans pleit voor meer bomen, bloemen en wilder gras in onze tuinen en parken. Vanuit het ‘Samen bouwen aan tuinen‘-concept dat we als Natuur & Mens vooruitschuiven, kunnen we dat idee alleen maar aanmoedigen.

“Als we ons gras allemaal om de vier weken maaien in plaats van om de week,
dan heeft dat een enorme impact op de waterhuishouding en de biodiversiteit.”

We onderhouden onze tuin té goed.

Louis De Jaeger pleit al een jaar voor minder strakke gazons. Hij baseert zich op tuinexperts die benadrukken dat grasperken niet van nature verzorgd blijven, maar uitgroeien tot een plaats voor bloemen, struiken en bomen.

Die natuurlijke groei leidt tot schonere lucht, een woonplaats voor dieren en een aardoppervlak dat beter bestand is tegen droogte en overstroming.

Goed nieuws voor luie tuiniers

“België bestaat uit iets minder dan tien procent tuin, dus als we ons gras allemaal om de vier weken maaien in plaats van om de week, dan heeft dat een enorme impact op de waterhuishouding, de biodiversiteit en ook gewoon op onze vrije tijd”. De meesten zullen de tips van Louis De Jaeger graag horen. Hij wil vooral dat u uw grasmaaier vaker aan de kant laat staan. Eén keer in de maand maaien, in plaats van elke week, zorgt voor dikkere graswortels die de droogte beter verdragen en een teveel aan water makkelijker opnemen.

Daarnaast geeft Louis De Jaeger de tip om meer planten te laten groeien in uw tuin. Een bloemenweide vraagt minder onderhoud, minder energie en creëert een trekpleister voor vlinders. Drie bomen in elke Vlaamse tuin zouden volgens De Jaeger de luchtkwaliteit en de biodiversiteit enorm verbeteren. De ByeByeGrass-campagne wil dus vooral dat u relaxter tuiniert.

Beluister het gesprek met Louis De Jaeger:

nieuws

Zelfhulpboek met linken naar de natuur uit het Oude Rome

Het boek ‘Persoonlijke notities’ van de Romeinse keizer Marcus Aurelius omvat een samenstelling van bondige filosofische gedachten. In dit, oospronkelijk titelloos, document noteerde Marcus zijn belangrijkste, op de stoïcijnse leer gebaseerde, overtuigingen. Het werk, dat bestaat uit twaalf boeken, is aan zichzelf gericht en biedt een soort van zelfreflectie over thema’s zoals emotionele problemen, de plaats van de mens in het groter geheel van de kosmos, de nietigheid van ons bestaan, het begrip verandering, de samenhang tussen de dingen en het aanvaarden van wat het lot ons brengt.

Marcus Aurelius Louvre

Zo zegt hij bijvoorbeeld dat, in vergelijking met het bestaan van onze planeet aarde, ons eigen leven maar een heel klein stipje is dat maar een heel klein plekje inneemt. Het is niet erg dat ons leven maar een zeer tijdelijk karakter bezit. Marcus leert ons te relativeren. We zijn allemaal uit de natuur, dezelfde elementen, opgebouwd en we zullen uiteindelijk allemaal  terug uit elkaar vallen in diezelfde elementen. We keren weer terug naar onze begintoestand. Dit is nodig om de kosmos te laten voortbestaan. Op deze manier verdwijnen we ook niet echt. We blijven in een andere toestand, in een andere samenstelling van elementen, in de natuur voortbestaan. De kosmos is volgens de stoïcijnen een groot levend wezen waarvan alle delen met elkaar meevoelen en verbonden zijn. Verandering in het ene deel bewerkstelligt verandering ergens anders. Kortom de ‘Persoonlijke notities’ getuigen van een groot respect voor de mens, de natuur en de kosmos.

(4.5) “De dood is net zoiets als de geboorte, een geheim van de natuur. Verbinding van elementen en oplossing in weer dezelfde.  ….”
(4.14) “Je bent ontstaan in de kosmos. Je zult verdwijnen in wat je voortbracht; liever gezegd, je zult opgenomen worden in de scheppende kracht van die kosmos, volgens de wet van de verandering.”
(5.24) “Denk aan het geheel van materie, waarvan een miniem deel het jouwe is, en aan de eindeloze tijd, waarvan aan jou een ondeelbaar klein ogenblik is toegemeten, en aan het geheel van alle lotsbeschikkingen en hoe klein de rol is die jij speelt.”
 (11.10) “Het natuurlijke kan nooit inferieur zijn aan het artificiële. Kunst imiteert natuur, niet omgekeerd.”
-marcus aurelius –

 

Lees dit opiniestuk verder.

 

nieuws

Inspiratiedag ‘Speelnatuur zonder beperkingen’

Een groene buitenruimte voor kinderen

Op vrijdag 15 maart 2019 organiseert Springzaad.be samen met BOS+ (project GLE), Provincie O-Vlaanderen (project Klimaat-gezonde speelplaatsen) en Regionaal Landschap Meetjesland een dag vol informatie, inspiratie en uitwisseling rond breed toegankelijke en inclusieve speelnatuur, waarbij ook aandachtspunten voor een goed ontwerp van de groene buitenruimte. De praktische toolbox ‘Green Learning Environment’ wordt voorgesteld (je kan hem zelfs meteen mee uittesten buiten) en er komen  ervaringen uit Nederland en Vlaanderen aan bod. Alles gaat door op campus St-Gregorius bij Gent.


2 SUBSIDIEPOTJES VOOR SCHOLEN

  • Ook dit schooljaar kunnen scholen – voor de 5e keer – hun groene speelplaatsproject indienen bij Pimp je speelplaats. 25 scholen worden beloond met steun voor de groenaanleg. Je maakt kans op 4000 euro én begeleiding voor de vergroening van de speelplaats! Projectaanvragen kunnen tot 18 februari 2019 worden ingediend.
  • En tot 22 februari beloont de Vlaamse Overheid scholen die hun speelplaats buiten de schooluren willen openstellen voor jeugdverenigingen of andere gebruikers, en de speelplaats avontuurlijker, groener en bewegingsvriendelijker willen inrichten met een cheque van €15.000 via het project bewegingsvriendelijke en gedeelde schoolspeelplaatsen.

nieuws

Diepe ‘natuurgeheimen’

Natuur die zich tientallen tot honderden meters diep onder de grond bevindt bestaat uit traag levende ‘zombie’ bacteriën en andere vormen van leven. Zo concluderen wetenschappers aan het einde van een productieve 10-jarige samenwerking.  Zij omschrijven dit leven graag als het ‘Galapagos’ van de diepte. Hierbij verwijzen ze naar de bekendste en meest indrukwekkende ontdekking van diersoorten die plaatsvond in 1835 op de Galapagoseilanden. Dr. Mitch Sogin van het Marine Biological Laboratory maakt volgende vergelijking: ‘het onderzoeken van de diepe ondergrond lijkt op het verkennen van het Amazone-regenwoud. Er is overal leven, en overal is er een ontzagwekkende overvloed aan onverwachte en ongewone organismen.’

 

Om ons een beter beeld te kunnen geven van de hoeveelheid aan organismen vergelijken de onderzoekers de koolstofmassa van de aanwezige bacteriën en andere levensvormen graag met de totale koolstofmassa van mensen. Hierbij komen ze, op basis van diverse boringen, uit op een geschatte massa van 245 tot 385 keer die van ons mensen. En hoewel microben, zoals bacteriën, overal volop bovengronds aanwezig zijn en zelfs deel uitmaken van mensen, planten en dieren, is het de verwachting van wetenschappers dat 70 % van alle bacteriën, die voorkomen op deze aardkluit, zich ondergronds bevinden.

Maar er is meer: het diepe leven, bestaande uit Bacteria (bacteriën), Archaea (oerbacteriën) en Eukarya (eukaryoten) die gevonden werden in de aarde, leidt tot de speculatie dat er misschien ook levende organismen in de ondergrond van andere planeten kunnen worden ontdekt. Voorlopig blijft het echter bij veronderstellingen. Wel zeker is men van het feit dat er bij ons op aarde twee soorten microben (micro-organismen), met name bacteriën en archaea, de diepe aarde domineren. Het is deze microbiële ‘donkere materie’ die ons perspectief op de boom des levens en de ontwikkeling ervan drastisch kan hertekenen.
Een belangrijke vraag die hieruit voortvloeit is in welke mate de ondergrondse microben het bovengronds leven beïnvloeden? Want net als alle bovengrondse microben maken ook deze ondergrondse microben wellicht deel uit van het netwerk, het ecosysteem, dat we als mens tot natuur doopten. Met het oog op technieken zoals fracking is het, zoals bij elke door de mens gebruikte technologie, bang afwachten hoe doorslaggevend – significant – en kwalijk de impact van ‘economisch’ menselijk handelen op termijn zal blijken.

BRON Life in deep earth totals 15 to 23 billion tonnes of carbon

nieuws

Sinusbeheer werpt vruchten af

Het maaien in slingers door het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft zijn vruchten afgeworpen: op de Zeedijk in Assendelft telde de Vlinderstichting deze zomer meer dagvlinders dan voorheen.

Sinusbeheer is een ’slingerende manier van maaien’, waarbij je in de eerste maaironde de helft van de vegetatie laat staan en in de tweede maaironde de andere helft. Hierdoor ontstaat een gevarieerde plantengroei, waarvan vlinders, bijen en vogels profiteren. Het in slingers maaien is geïntroduceerd door de Belg Jurgen Couckuyt, hij werd er in 2016 ’Vlinderbeheerder van het Jaar’ mee.

Het sinusbeheer is een vorm van ecologisch bermbeheer

Afgelopen zomer startte het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en de provincie Noord-Holland met dit zogenoemde sinusbeheer op de Assendelverzeedijk. Voorheen werd deze dijk volledig gemaaid. De dijk heeft geen waterkerende functie meer, waardoor er geëxperimenteerd kan worden met ecologisch beheer.

Elf verschillende dagvlinders
Op twee proefvakken van vijfhonderd meter is het sinusbeheer toegepast. De Vlinderstichting heeft dit jaar drie veldbezoeken aan de zeedijk gebracht. In totaal troffen zij er 24 dagvlinders van 11 verschillende soorten aan en 4 wilde bijen van 1 soort.

Argusvlinder

Er werden meer dagvlinders gezien in de sinusproefvakken dan in de overige vakken. Het is aannemelijk dat dit komt door het sinusbeheer omdat er gedurende een langere periode bloeiende planten beschikbaar zijn. De wilde bijen werden alleen in de sinusproefvakken aangetroffen. Vier exemplaren van één bijensoort is onvoldoende om dit als effect van het beheer te bestempelen. De komende jaren moet uitwijzen of ook de bijen profiteren van het in slingers maaien.

Bron: www.hortipoint.nl