Vanuit de sociaal-ecologische agogiek voert Yano Truyers onderzoek naar de relaties tussen mens en natuur. Hij is verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en het team Natuur & Maatschappij van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). Hierin gaat hij op zoek naar de manier waarop hernieuwde interactie tussen mens en natuur een landschap van oude wereldbeelden en kennissystemen kan ontwrichten. In de manier waarop mensen, dieren en andere actoren ageren, komt namelijk een complexe en uitdagende relatie tevoorschijn.
Zelf ook interesse om als expert voor Natuur & Mens vzw aan te sluiten? Stel je dan kandidaat door het invullen van het formulier.
Je kan er niet buiten; in het huidige eco-sociale denkkader wordt biodiversiteit al dan niet terecht – hierover is er discussie – als indicator voor kwalitatieve inheemse natuur naar voor geschoven. Met biodiversiteit doelt men dan op soorten- en genendiversiteit, de verscheidenheid aan levende soorten zoals planten, dieren, microben, schimmels… die in een omgeving samen een ecosysteem of ecotoop vormen en versterken.
Sommigen organisaties hangen een sluitend positief verhaal op wanneer het gaat om de benadering van biodiversiteit als factor voor een belangrijke rol binnen plattelandsnatuur, stads- of zorgnatuur. Anderen zijn eerder kritisch en onderbouwen hun beschouwing met argumenten. Er wordt gewezen op een tweedeling tussen zij die een humane invalshoek hanteren en diegenen die vertrekken vanuit moraliteit. Dat biodiversiteit zijn waarde heeft en dat het ONE-HEALTH-perspectief daartoe oproept daarover is iedereen het eens. Het venijn zit hem in het staartje. Is biodiversiteit bijvoorbeeld een goede graadmeter of mogen we twijfelen over dit narratief?
Bij deze een oproep. Voor het uittesten van het nieuwe gestandaardiseerde programma Nature Contact Training (Natuurcontacttraining) worden er momenteel nog kandidaten gezocht.
Met deze kandidaten zal gedurende 12 sessies van 2u tot 3u, gespreid over een periode van 1 jaar, Nature Contact Training worden beoefend. Het doel daarbij is een zo goed mogelijk contact leren maken met natuur in de zin van het versterken van het contact met jezelf, met de ander en met de levende omgeving zoals planten, dieren, bomen… Voordelen die daarbij worden verwacht zijn: een verbetering van fysieke, mentale en sociale capaciteiten. Meer veerkracht, minder stress, meer zelfvertrouwen, een gezondere leefwijze die tal van positieve effecten geeft om krachtiger en meer bewust in het dagelijkse leven te staan.
Gezien het gaat om een proefversie – waar een reeds uitgewerkte training wordt geëvalueerd en eventueel bijgewerkt – zijn er geen deelnamekosten verbonden aan deze sessies van Nature Contact Training.
Kom jij hiervoor in aanmerking? Dat kan, aangezien er nog verschillende profielen worden gezocht. Enige vereiste om je als kandidaat op te geven is dat je tussen 18 en 90 jaar oud en niet ziek bent (tenzij je behandelende arts na overleg zijn goedkeuring geeft).
Goesting gekregen? Wacht dan niet te lang met je inschrijving. De plaatsen zijn beperkt!
Het thema ‘Groen en Gezondheid’ wint aan populariteit, maar sluit deze groene golf wel aan bij de behoeften van de zorg- en sociale sector. Terwijl de aandacht steeds meer verschuift naar wilde en spontane natuur, blijft een essentiële vraag vaak onbeantwoord: welke natuur(activiteiten) kunnen bijdragen aan het welzijn van personen met een zorgnood?
Tijdens deze inspirerende studiedag onderzoeken we welke vorm van natuur daadwerkelijk waardevol is voor de zorgsector. Experts uit de humane wetenschappen delen hun inzichten over de kracht van natuurbeleving (‘being’) en betekenisvolle groene activiteiten (‘doing’).
Een praktijkvoorbeeld toont hoe interactie met de natuur kwetsbare doelgroepen kan versterken. Zorgen voor planten doet ons groeien als persoon. Het is een wederkerige relatie: wij werken in de tuin maar terzelfdertijd werkt de tuin aan ons.
Bron Terra-Therapeutica
PROGRAMMA
10.30u: Ontvangst
11.00u: Drie invalshoeken over de betekenis van de natuur binnen de zorgsector:
Natuur binnen de zorg: een kritische reflectie
De ethicus, Herman Vereycken + voorstelling boek: Een kleine filosofie van tuinieren & tuintherapie. De kunst van het rechtvaardig tuinieren. Politeia. 2024.
Natuur binnen de zorg: op het snijvlak van ‘being’ en ‘doing’
De ergotherapeut, Johan Lemmens
Is contact maken met natuur een basisbehoefte? Zijn er ingrediënten van een helende omgeving voor de zorg?
Master in de psychologie, Sara Adriaensen + voorstelling boek: Over natuur & gezondheid. Nature Contact Disorder & de principes van Nature Contact Training. Eigen beheer. 2024.
12.30u: Lunch (soep, hoofdschotel, dessert en frisdrank) vergeet niet dat de PXL-catering winnaar is van meerdere Gault&Millau Awards 🙂
Bij themateam Natuur & Gezondheid, dat is de werkgroep van één van de vier thema’s binnen de Green Deal Duurzame Zorg, wordt druk gewerkt aan een oplossing voor de vraag naar de inrichting van échte kwalitatieve therapeutische zones in de zorg.
Ook vanuit Natuur & Mens bieden we daarbij onze expertise aan. We nemen onder andere deel aan de werkgroepen/communities of practice (CoP’s) die de naam Therapeutische tuinen & tuintherapie en Biodiversiteit & gezondheid hebben gekregen. De naam van deze CoP’s wijst telkens op de algemene sterkte, het onderwerp dat aan bod komt. De deelnemende organisaties delen er kennis rond ontwerp en inrichting van zorgtuinen op vlak van therapeutische toepassingen of biodiversiteit. Denk daarbij aan antwoorden voor zorg- en therapietuinen voor specifieke doelgroepen, het meer biodivers maken van de helende omgeving of het uitzoeken hoe verenigbaar bepaalde vormen van biodiversiteit zijn met bepaalde therapeutische zorgeisen.
Een nieuwe Green Deal – Natuurinclusieve Parkeerterreinen – werd officieel ingehuldigd.
Meer aandacht voor een ‘hedendaagse vorm’ van parkeerterreinen is uiteraard welkom. Enerzijds smeken bestaande parkeerterreinen om een opknapbeurt, anderzijds vragen nieuwe parkeerterreinen om een low impact en natuurrijke inrichting.
Belangrijk? Ja, zeker. En dit opdat we allemaal zouden kunnen genieten van meer biodiversiteit, meer natuur en meer structuurvariatie. Zelfs daar waar we parkeren.
parking – aangelegd in 2023 – opzet: waterdoorlatende verharding
Jammer, maar helaas
Zoals je op bovenstaande foto kan zien is er dringend nood aan duidelijk richtlijnen. Wanneer het op het ontwerp of de aanleg van parkeerterreinen aankomt loopt het nog vaak mis. Dit alle goede intenties ten spijt. Hoe komt dat? Wel, het opzet is soms niet realistisch of het ontbreekt aannemers en/of ontwerpers aan kunde en kennis. Het gevolg is bijvoorbeeld dat nieuw aangelegde (theoretisch waterdoorlatende) parkeerzones na elke fikse regenbui dagenlang onder water komen te staan. Nochtans wordt er bewust gekozen voor waterdoorlatende verharding opdat het hemelwater zo veel als mogelijk ter plaatse kan infiltreren.
TIP: enkele eenvoudige aandachtspunten die een significant verschil kunnen maken bij het inrichten van een waterdoorlatend parkeerterrein
kies voor een terrein waarvan de grondwatertafel laag genoeg is of hoog de parkeerzone voldoende op
gebruik een waterdoorlatend verhardingssubstraat
kies bij voorkeur voor een duurzaam materiaal dat ook (bij gebruik van de parkeerplaatsen) op termijn waterdoorlatend blijft
verwerk het verhardingsmateriaal correct opdat de waterdoorlatendheid gewaarborgd blijft
Mensen kunnen we eindeloos veel regels opleggen, maar natuur doet slechts dat waarin het goed is, en dat is leven. Daarnaast is natuur een (eco)systeem dat veerkrachtig en symbiotisch hoort te zijn. Dit zal altijd een feit blijven, ook in de stad van de toekomst.
Is dit alles verzoenbaar met een visie waarbij natuur louter wordt gezien als een bouwmateriaal, een ecologische parameter of een mensgerichte klimaattoepassing. Nee, niet volledig. Zulke visie, laat ons eerlijk zijn, leidt tot beknotting en heeft meer weg van ‘natuur in gevangenschap’ dan van een duurzame en eerlijke oplossing.
De aanname dat natuur – planten en dieren – statisch is in een urbane omgeving is een misrekening. Er bestaat altijd stadsevolutie.
Menno Schilthuizen
Gelukkig neemt of krijgt natuur vaak wel kansen, om te groeien, biodivers te woekeren. Het is immers daar waar de kracht van natuur schuilt en de stad van de toekomst leefbaar wordt. Er zijn daardoor onnoemelijk veel kansen bij het omvormen van bestaande dode steden naar steden van de toekomst met een nieuw soort waardevolle natuur, net als bij de bouw van nieuwe. Een belangrijke voorwaarde daarbij is technologie voldoende te scheiden van natuur. Betekent dat een taboe op ‘natuursystemen’ zoals hybrides, half organisme, half techniciteit? Niet noodzakelijk, er zijn meerdere mogelijkheden en kiezen is hier niet persé verliezen. Hoe meer ideeën en manieren van aanpak, hoe meer kansen om te komen tot een (bio)diverse stad van de toekomst, inclusief wilde, vrije tot zelfs gezonde natuur.
Graag zoem ik in op één mogelijke benadering met een korte denkoefening over hoe steden van de toekomst er straks kunnen uitzien, inclusief natuur. Leefbaarheid en gezondheid zullen straks immers hand in hand moeten gaan met een levende en soms zelfs wispelturige natuur. Dat is onvermijdelijk in de stad van de toekomst waar we meer vrijheid en ruimte geven aan blauw, groen en dieren.
April 2023, we zijn reeds even bezig solide tot gezonde natuur die plaatselijk tot zeer waardevolle en tamelijk stabiele ecosystemen kon uitgroeien de das om te doen in hoofde van ‘natuurbescherming’. Om nog maar te zwijgen van weinig doordachte klimaattoepassingen, een soms rigide natuurbeheer en een ecologisch verdienmodel dat stoelt op een achterhaalde ontwikkelingsgedachte.
Heel wat vogel- en insectensoorten lieten hier het leven; bijzondere klimaatadaptieve natuur moest hier wijken voor wensnatuur.
De biodiversiteit van wetsnatuur ligt veelal lager dan deze van gezonde of authentieke natuur.
Ik schrijf dit vanuit de trein terwijl ik boven stadsnatuur, bestaande uit inheemse pioniersvegetatie, hoge windmolens zie prijken en realiseer me dat we vandaag doorgaans verre van met respect voor natuur te werk gaan. Windmolens zijn nu niet bepaald natuurvriendelijk, laat staan duurzaam of mooi. Het enige dat ze wel doen is (wens)energie opwekken opdat wij meer kunnen opwarmen, delven, mechanisch beheren, consumeren.
Is ruimte geven aan natuur, zonder bemoeienis, niet de enige ‘menselijke’ logica?
Van ‘wensenergie’ terug naar ‘wensnatuur’. Voor mij was de term wensnatuur tot op dit weekend onbekend, bij toeval viel mijn oog op een tirade van een Nederlands rechts politicus waarin het woord aan bod kwam. Ondanks het feit dat ik me niet kan vinden in het algemene gedachtengoed van deze brave man moet ik grif toegeven dat de huidige benadering van natuur, het stikstofdebat dat daaraan gekoppeld is en de economische transactie naar duurzame energieproductie ook bij mij een wrange nasmaak laat.
Bij het opzoeken van de term wensnatuur kwam ik een interessante pagina tegen die ik graag wil delen. Of hier de gedegen analyse wordt gevoerd is me niet helemaal duidelijk, maar misschien ook niet belangrijk, want toegegeven wie kent er geen praktijkvoorbeelden die wat wordt geageerd geheel of gedeeltelijk onderschrijven.
Laat ons het debat aangaan. Wensnatuur, dat weten alle natuurvorsers, is geen zwart-wit verhaal. Hoog tijd om voor- en nadelen op een zo eerlijk mogelijke manier af te wegen en daaruit te leren.
Een positief contact met natuur bevordert de weerstand en heeft een gunstige invloed op je gezondheid.
Dirk Avonts, Hans Keune en Roy Remmen schreven een boek vanuit de achterliggende gedachte dat steeds meer dokters natuur gaan voorschrijven aan hun patiënten. Niet allen ter preventie, nee, ook als medicijn. Ze zien natuurbeleving daarbij als een mogelijk volwaardig onderdeel van een behandeling bij diabetes, hartaandoeningen, angsten en depressie.
Het boek, ‘Natuur op doktersvoorschrift. Hoe buitenleven ons gezond houdt’, verschijnt bij LannooCampus en is beschikbaar vanaf 4 april 2023.
Goed nieuws voor ontwerpers van natuurtuinen en privénatuur. Uit een bevraging, die dateert uit de zomerperiode 2022, bij 1000 Belgen in opdracht van Matexi, blijkt dat een meerderheid van 54% negatief aankijkt tegenover een verkleining van de privétuin in ruil voor meer buurtgroen. De Belg houdt dus graag de touwtjes in eigen handen. Zelfs een collectieve winst aan bruikbare groene ruimte kan niet overtuigen, zozeer lijkt de Belg gesteld op een private klimaattuin of zijn persoonlijk natuurparadijs.