Is elk bos even geschikt voor Shinrin-Yoku, bosbaden of een andere vorm van natuurtherapie? Dat is de centrale vraag van dit artikel.
Bosbaden of
shinrin-yoku is aan een opmars bezig. Deze hype komt overgewaaid uit Japan en
verovert de laatste jaren ook onze contreien.
De vraag die ik me hierbij stel is of we iets, wat in Japanse bossen gunstig blijkt te zijn voor onze gezondheid, zomaar klakkeloos kunnen kopiëren naar onze Europese bossen. Is elk bos wel even helend? Heeft bosbaden in elk soort bos een even gunstig effect? Zijn alle bossen even geschikt om door te gaan als therapeutische bossen? Kortom, maakt het uit in welk bos je aan bosbaden doet? Volgens mij wel.
Natuurverenigingen, natuurcoaches… lijken er meestal van uit te gaan dat alle bossen even positief zijn voor onze gezondheid, dat alle bossen therapeutische bossen zijn. Ikzelf heb hierover een ander gedacht. Volgens mij is niet elk bos goed of even goed voor ons welzijn. Waarom? Wat zijn de argumenten? Vinden we hierover iets terug in de (wetenschappelijke) literatuur? Benieuwd naar het antwoord op deze vragen? Lees dan hier verder.
Tegenwoordig leiden velen onder ons een sedentair leven. We zitten ’s morgens aan tafel, zitten in de auto op weg naar het werk, zitten achter onze bureau, zitten in de zetel voor de televisie… Ook ik zondig hiertegen. Op dit eigenste moment zit ik trouwens in mijn zetel om dit artikel te typen. Nochtans weet ik maar al te goed dat ik hier als mens niet voor ben gemaakt. Wij mensen hebben nog altijd de lichaamsbouw van onze voorouders. Dat waren jager-verzamelaars die, in plaats van uren per dag op hun luie kont te zitten, vele kilometers al lopend doorbrachten.
Met andere woorden ons lichaam is er niet op voorzien om zo veel tijd zittend te spenderen. Lopen, of beter gezegd wandelen, blijkt veel gezonder voor de mens. ‘Stilzitten is het nieuwe roken’ duikt als stelling steeds vaker op. Hiermee willen we niet meer dan aangeven hoe ongezond onze sedentaire levensstijl wel niet is. Dat te veel zitten slecht is, daar zijn we het ondertussen met z’n allen over eens. Nu nog overtuigd geraken van het feit dat bewegen goed voor ons is. Wat kan wandelen betekenen voor onze gezondheid? Wat doet het men ons lichaam, ons brein, onze psyche? Is er bijvoorbeeld een extra voordeel te behalen wanneer we wandelen in een natuurlijke context? Een mooie synthese van vele antwoorden op deze en nog vele andere vragen vinden we in het boek Te voet. Hoe twee benen de mens verder brengenvan hoogleraar experimenteel breinonderzoek en fervent wandelaar Shane O’Mara. Dit boek beschrijft de voordelen van wandelen aan de hand van recent wetenschappelijk (hersen)onderzoek. Een must read voor iedereen die van wandelen houdt. Wist je bijvoorbeeld dat wandelen ons geheugen en onze creativeit kan verbeteren, dat door wandelen het volume van bepaalde hersengebieden en de productie van belangrijke (mest)stoffen in ons brein kan toenemen en dat wandelen een invloed heeft op onze persoonlijkheid en onze stemming? Interessant toch?
Ergens las ik over de aangename en tegelijkertijd kalmerende geur van het wonderbaarlijke molecuul, het vluchtig alcohol, geosmine. Meteen was mijn aandacht getrokken. Een van de geneugten, die kenmerkend is voor buitenactiviteiten zoals tuinieren of wandelen in de natuur, is het opsnuiven van hele specifieke aroma’s. Geuren die je nergens anders tegenkomt. Ik heb het dan bijvoorbeeld over de verfrissende, zoete, prikkelende en aardse geur die je neus oppikt in een tuin, een park of het bos, na een fikse regenbui of een onweer.
De tuin, het park of het bos ruiken na regen anders; het ruikt er meer naar ‘aarde’. Vooral als de grond voor de regenbui heel droog was, is dit specifieke aroma alomtegenwoordig. Deze geur vind je niet terug na een onweer of buitje in een omgeving die bestaat uit enkel staal, glas en beton; die grond is immers dood. Het is uitsluitend een geur die bij de natuur hoort.
Wetenschappers en parfumeurs zijn al heel lang geïnteresseerd in deze typische aardse geur. Het hemelse aroma werd voor het eerst beschreven door de Fransen. Zij ontdekten voor het eerst het bestaan van een karakteristieke geur die volgt nadat er regen op de aarde valt op kleibodems. Vandaar dat ze ervan uitgingen dat de geur enkel en alleen voorkwam op kleibodems en vandaar ook dat hij werd omschreven als een soort van kleigeur. Dit bleek later echter onjuist.
In 1964 stelden twee Australische onderzoekers, Isabel Joy Bear en Richard Thomas, namelijk vast dat de geur niet exclusief was voorbehouden voor kleibodems maar dat hij terug te vinden was op eender welke gezonde grond. Bear en Thomas gaven de geur meteen zijn eigen naam: petrichor. Hierbij wordt petra, het Griekse woord voor steen, gecombineerd met ichor, wat verwijst naar het gouden bloed dat de oude Griekse goden onsterfelijk maakte.
Maakt petrichor ons echt onsterfelijk? Misschien. Er is in ieder geval een gunstige bodembacterie mee verantwoordelijk voor het aroma. Toch bestaat petrichor niet uit één component of één bestanddeel. Het is eerder een melange van allerlei stoffen afkomstig van planten met als hoofdingrediënt geosmine,een wonderbaarlijk molecuul waarover we het hieronder zullen hebben. Want waarom ruikt een bos zo lekker na een zomerse regenbui? Welke elementen liggen aan de basis van petrichor? Wel, verschillende zaken kunnen hiervoor verantwoordelijk worden gesteld. Zowel planten, bacteriën als bliksem dragen waarschijnlijk bij aan de aangename geur van frisse, schone lucht en natte aarde die we ruiken na een onweersbui.
Benieuwd naar de rol van bacteriën, droogte, bliksem en de link met kamelen ? Lees dan hier verder.
Ongeveer twee weken geleden kreeg ik zondag telefoon van, raad je het al, mijn moeder. “Sara, ze zenden vanavond die reportage terug uit op Canvas waarover ik je enkele jaren geleden sprak. Deze keer mag je het echt niet missen!” En ik moet haar gelijk geven, het is echt iets dat je, zeker als natuurliefhebber, moet gezien hebben.
The Salt of The Earth gaat over de wereldberoemde sociaal fotograaf Sebastiàno Salgado. De inmiddels oude Salgado blikt terug op zijn carrière en toont ons prachtige, maar naar de keel grijpende, foto’s van zijn confrontatie met het zwartste waartoe de mensheid in staat is. Nadat hij in de burgeroorlog van Rwanda met heel veel ellende werd geconfronteerd was hij emotioneel helemaal uitgeput. Hij keerde terug naar zijn thuisland Brazilië waar hij zich terugtrok op zijn ouderlijke boerderij. Tijdens zijn kindertijd was het daar een waar paradijs met watervallen, bossen, vogels… Jaren later bleef er na de kap van al de bomen geen sprietje groen, water of vogelpracht meer over. Het vruchtbare bos was veranderd in een droge woestijnvlakte. Sebastiàno had samen met zijn vrouw een droom; de dorre droge woestijnvlakte terug omtoveren tot het vruchtbare bos uit zijn jeugd. Miljoenen bomen werden geplant en na jaren hard labeur vond er een ware metamorfose plaats. Het land begon opnieuw op de groene jungle van weleer te lijken. Het is een prachtig voorbeeld van hoe natuur, die door de mens onherroepelijk beschadigd lijkt, toch weer hersteld kan worden. Natuurvernieling is wel degelijk omkeerbaar. Echt hoopgevend! Na dit wonder besloot Sebastiàno het roer om te gooien. Hij wilde de mens de schoonheid van de natuur laten zien en hem tonen hoe natuur troost kan bieden. Hij ontdekte dat de helft van de aarde er nog ongeveer hetzelfde uitzag als bij de Genesis en besloot dit als thema van zijn laatste project, zijn opus dei, te nemen.
Een prachtige, aangrijpende documentaire gemaakt door Wim Wenders en de zoon van Sebastiàno. Het is niet voor niets dat The Salt of the Earth verschillende prijzen zoals de Special Jury Prize op het Filmfestival van Cannes in de wacht sleepte. Een echte aanrader!
The Salt of The Earth, Braziliaans- Frans- Italiaanse documentaire van 2014 onder regie van Wim Wender & Juliano Ribeiro Salgado.
Dit artikeltje gaat over hoe het geluid van golven die beuken op de rotsen, de wind die ruist door de bomen, een beekje dat kabbelt over wat stenen of een vogel die tsielpt in een boom, ons zenuwstelsel en ons brein beïnvloedt.
Ik herinner me nog goed de natuurwinkel in ons dorp. Een lijkbleke uitgemergelde man achter de toonbank die je achterdochtig aankeek terwijl er muziek van vogelgezang uit een ouderwetse radio in de ruimte weerklonk. Een beeld waar we nog steeds aan terugdenken. Het had toen zoiets raars en zweverigs.
Maar het was niet alleen in de plaatselijke natuurshop dat je dergelijke taferelen aantrof. In een andere winkel uit de regio, die inmiddels driemaal van naam veranderd is en ondertussen bekend staat onder de noemer Holland & Barett, was het indertijd van hetzelfde. Het geluid van fluitende vogeltjes, een fris regenbuitje of golven die rolden op het strand begeleidde steevast de bezoeker tijdens zijn aankopen. Op dat moment niet echt mijn ding. Zeker als toenmalige puber rook dit wat te veel naar geitenwollen sokken en het esotherische. Maar niets blijft hetzelfde. Zo is de laatstgenoemde winkel tegenwoordig gestopt met het afspelen van dergelijke natuurcd’tjes. Misschien wel jammer. Zeker als je onderstaande bevindingen, van recent onderzoek naar het effect van dergelijke geluiden op ons brein en op ons autonoom zenuwstelsel, erop naleest. Benieuwd? Lees verder
Als inwoner van de provincie Antwerpen ben ik sinds enkele dagen verplicht om een mondmasker te dragen wanneer ik mijn privé terrein verlaat. Op zich geen probleem. Zeker als het voor korte duur is en de temperaturen buiten niet al te hoog oplopen. Daarentegen, bij tropische hitte en bij langdurig gebruik is het net iets minder aangenaam. Het masker begint na een tijdje vochtig te worden, het plakt tegen je gezicht, je wordt je bewust van het feit dat je steeds je eigen adem opnieuw binnenkrijgt, geurtjes dienen zich aan… Wat ik dan doe om een fietstocht, bij 35 graden, naar mijn moeder in het naburige dorp, te overleven, is wat etherische olie op mijn mondmasker aanbrengen voor ik vertrek. Zo haal ik de natuur een beetje dichter bij mezelf. Ik laat me dan bij het aroma van lavendel of appelsien wegvoeren naar Spanje of naar de Provence. Zo’n geurtje dat naar de natuur refereert is zeker voor mensen uit de stad, die geen natuur in hun buurt kunnen opsnuiven, extra interessant.
Hoe breng ik etherische olie aan in mijn masker? Bij een papieren mondmasker meng ik vooraf wat druppels etherische olie in goedkope wodka (wodka is geurloos en bevat een zeer hoog percentage aan alcohol). Dit mengsel giet ik vervolgens in een lege verstuiver. En hopla, enkele pufjes van het ontsmettende en welriekende brouwsel op mijn mondmasker. Even laten drogen. Opzetten. En klaar. Je kan nu tijdens je fietstochtje of wandeling genieten van je lievelingsgeur.
Draag je een stoffen mondmasker met filter? Doe dan gewoon een paar druppeltjes olie op de filter. Laat het goedje vervolgens drogen alvorens de filter in je masker te plaatsen.
Welke geur je kiest is afhankelijk van je persoonlijke voorkeur en je noden van het moment. Wil je wat rustiger worden, kies dan bijvoorbeeld voor natuur in de vorm van lavendel, vetiver of bergamot. Kan je niet zo goed ademen dan is eucalyptus of tijm misschien eerder een goed idee. Let er wel op dat de olie geschikt is om in te ademen, dat ze op je huid mag (voor het geval de olie via het mondkapje in contact komt met je huid), dat ze voor jouw medische toestand geschikt is (bepaalde oliën zijn bijvoorbeeld afgeraden voor zwangere vrouwen)… Respecteer ook altijd de aanbevolen dosis. Van sommige oliën mag je maar een heel kleine hoeveelheid gebruiken. Misschien omdat ik het in en rond mijn huis heb staan; zelf ben ik fan van lavendel, rozemarijn en mandarijn. Hmmm, echt zalige zomergeuren.
Roelant Savery, De tuin van Eden, eerste helft 17 e eeuw, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen.
Mijn dochter komt thuis met een artikel uit de Standaard dat ik volgens haar echt moet lezen. Het is een interview van Sarah Vankersschaever met Paul Verhaeghe over zijn laatste nieuwe essay Houd afstand, raak me aan.
Paul Verhaeghe is een oud professor van mij. Als studenten al hingen we aan zijn lippen en nu nog steeds ben ik een groot fan van hem. Ik lees het artikel met volle aandacht. Een stukje waarin hij opkomt voor meer ecologisch denken raakt me diep in het hart. Het sluit zo mooi aan bij datgene waar ik, en ik denk ook andere leden van Natuur & Mens voor pleiten.
Ik citeer : ‘We moeten opnieuw beseffen dat we onderdeel zijn van de natuur en ons er niet tegenover plaatsen, alsof ze de vijand is. Het is een boutade, maar we leven veel te steriel en corona versterkt dat alleen maar. Als we alles te steriel maken, zijn we dood.’ ‘…een mondmasker opzetten en je handen wassen zijn kortetermijnoplossingen. Het zijn noodzakelijke remedies in volle pandemie, maar ze helpen ons niet op de lange termijn. Ik pleit voor een morsiger leven waarbij we meer voeling krijgen met de natuur…’
Zin om het volledige artikel of het essay te lezen? Hier de coördinaten:
Wetenschappers hebben ontdekt dat bomen, net zoals wij mensen, waarschijnlijk een soort van hartslag hebben. We weten al langer dat planten en bomen in een veel tragere tijdsdimensie leven dan wijzelf. Dit maakt dat bepaalde dingen bij hen zo langzaam gebeuren dat we ze niet eens opmerken. Zo denken velen onder ons bijvoorbeeld dat planten niet bewegen. Als we echter een time lapse camera op een plant zetten en de beelden nadien in een sneller tempo achter elkaar monteren, dan zien we dat niets minder waar is. Kijk maar eens naar dit zeer oude filmpje. Daar zie je dat planten wel degelijk bewegen, alleen doen ze dat veel trager dan ons.
Hetzelfde geldt naar alle waarschijnlijk voor hun hartslag. Omdat deze bij bomen zo traag pompt is hij ons tot kortgeleden nooit opgevallen. Een boom zou ongeveer één hartslag genereren per twee à zes uur. Een bomenhart klopt dus heel wat trager dan een mensenhart.
Wetenschappers gingen er altijd al van uit dat bomen het water van de wortels naar de kruin brachten via het proces van osmose. Recent deden de Deense onderzoekers Zlinszky en Barfod echter een vaststelling waardoor deze verklaring in een ander daglicht kwam te staan. Zij ontdekten namelijk dat bomen hun takken en stam, zoals een hart doet, periodiek samentrekken en loslaten. Zlinszky en Barfod denken dat bomen in plaats van via het proces van osmose op deze manier het water van beneden naar boven pompen.
Wat deden Zlinszky en Barfod juist? Zij observeerden de beweging van 22 verschillende boomsoorten met behulp van lasers tijdens een windstille nacht. Bij zeven boomsoorten bewogen de takken zich om de twee à zes uur ongeveer 1 à 1,5 cm op en neer. Uitblinker hierin was een van de lievelingen van mijn dochters; de Magnolia. Ook de stamomtrek zou volgens nog andere studies via een periodiek proces lichtelijk uitzetten en weer inkrimpen. De onderzoekers denken dat de boom op deze manier, zoals een hart zou doen, het water zachtjes omhoog knijpt. Daarbij drukt de stam het water mogelijks omhoog via een xylem. Dit is een soort van holle buis gemaakt van dode cellen. Meer onderzoek is echter nodig.
Mocht bovenstaande redenering juist zijn, dan zit het verschil tussen een mensen- en een bomenhart er hem dus niet alleen in dat het eerste veel sneller pompt dan het tweede maar ook dat het bomenhart niet dient om bloed rond te pompen maar gebruikt wordt om water omhoog te brengen. Interessant, toch?
Deze boom is helemaal rondom ingezaagd en staat eenzaam op een kale vlakte een trage dood te sterven. Hoe zou het zijn met zijn hartslag? Bomen terrorisme?
Wanneer je leest over wonderlijke zaken zoals de hartslag van bomen, de manier waarop ze met elkaar communiceren, voor elkaar zorg dragen… dan is het extra pijnlijk wanneer je tijdens een wandeling ziet dat natuurinstellingen deze indrukwekkende levende wezens eerst toetakelen en vervolgens aan hun lot overlaten. Onbegrijpelijk!
Zlinszky, A. Barfod, A. Short Interval overnight laser scanning suggests subcircadian periodicity of tree turgor. Plant Signal Behaviour. 2018, 1; 13 (2)
Website New Scientist: https://www.newscientist.com/article/2167003-trees-may-have-a-heartbeat-that-is-so-slow-we-never-noticed-it/
Mijn moeder die in coronatijden met mij aan de telefoon hangt voor ons dagelijks babbeltje: “Sara, heb je het al gelezen? Je moet het deksel van de wc bril dicht doen als je doortrekt. De bacteriën zouden anders wel tot 6 meter hoog in de lucht worden gekatapulteerd. Wat verzinnen ze nog allemaal. Zou dit echt kunnen?”
Dit doet me denken aan een artikel dat ik eerder onder ogen kreeg en waarin stond dat bacteriën van planten, de zee, zoetwater en dieren tot in de bovenste lagen van de troposfeer zijn terug te vinden. De troposfeer is de onderste laag van de atmosfeer of dampkring. Kortom moederke, 6 meter is nog niet zo gek.
Mijn twee tienerdochters die tijdens een wandeling met het volgende verhaal afkomen: “Mama, wist je dat ze nu al speciale berglucht in kleine flesjes verkopen. Deze lucht zou exclusief zijn en daarom erg veel geld kosten? Wat is daar nu het nut van? Mama, wie koopt er nu lucht?”
Mijn brein schiet onmiddellijk in actie. Connecties worden gevormd en deze nieuwe informatie wordt geassocieerd met een oud weetje. Ik antwoord: “Valentine en Alice, dat is toch ergens logisch. De lucht die verkocht wordt is misschien wel echt speciaal en mogelijk gezonder dan andere lucht uit bijvoorbeeld een stedelijke context. Neem nu de samenstelling van micro-organismen die zich bevinden in onze lucht, die is overal anders. Zo bevat het ene staal lucht waarschijnlijk een gevarieerdere en gezondere samenstelling van bacteriën en andere micro- organismen dan het andere staal. Daardoor zal niet elk type lucht evenveel bijdragen aan ons microbioom en dus aan onze immuniteit (lees ook het artikel over immuniteit). Misschien bevat de berglucht die men zo duur verkoopt wel zeer speciale micro-organismen die onze immuniteit enorm kunnen boosten? Stel je voor, micro-organismen die men bijna nergens anders in de wereld kan terugvinden? Door de lucht uit het flesje te inhaleren nestelen deze speciale micro-organismen zich dan in jouw lichaam, ze worden onderdeel van jouw lijf en jouw microbioom.”
Plots wordt de verkoop van exclusieve lucht voor ons allen veel plausibeler.
Lucht kan onze gezondheid op vele manieren beïnvloeden. Zo zou ik bijvoorbeeld een artikel kunnen schrijven over de link tussen gezondheid en fijnstof, over de link tussen gezondheid en negatieve ionen of over de link tussen gezondheid en fytoncides. Dit stuk gaat echter over iets helemaal anders. Het gaat over de manier waarop de micro-organismen uit de lucht die we inademen, onze gezondheid beïnvloeden en over hoe planten en dieren hieraan hun steentje kunnen bijdragen. Vragen die ik mezelf dan stel zijn: is de lucht qua microbiële diversiteit anders in een bos dan aan de zee, in de heide of op de bergen? Heeft het aantal microben in de lucht een impact op ons microbioom en dus op onze gezondheid? Is het zinvol om lucht te kopen? Kan lucht een soort van medicijn zijn? Kunnen we, via het soort beplanting dat we zetten in onze tuin of park, de microbiële samenstelling in de lucht veranderen en dus onze gezondheid beïnvloeden? Benieuwd naar de antwoorden? Lees dan verder.
Wat kan natuur betekenen voor angst en andere mentale gevolgen van deze crisis?
Zaterdagmiddag, ik sta samen met een heleboel mensen in een lange rij aan te schuiven voor de supermarkt. De meeste mensen dragen een mondmasker. Er wordt niets tegen elkaar gezegd. Gezichten staan gespannen. De vrouw achter me houdt wel drie of vier meter afstand van mij. Ik probeer eens te glimlachen naar haar maar niets lijkt het ijs te breken. De angst en gespannenheid is voelbaar aanwezig. Het lijkt wel of ik in een griezelige sciencefictionfilm ben aanbeland.
Psychologen en psychiaters waarschuwen voor de mentale impact van de crisis. Het is dan ook gek dat er, voor zover ik weet, geen psychologen of psychiaters rechtstreeks zetelen in het expertenteam GEES dat België moet begeleiden in de exit uit de corona-lockdown.
Men dreigt nogal eens te vergeten dat niet alleen de fysieke gezondheid en de economie enorme schade kunnen ondervinden door deze coronacrisis, maar dat evengoed onze mentale gezondheid heel wat te verduren krijgt. Huiselijk geweld, eenzaamheid, angst, onzekerheid; onze confrontatie ermee was nog nooit zo groot.
Over welke angsten en onzekerheden gaat het dan? Wel, het gaat dan over de angst en onzekerheid om ziek te worden, om het werk te verliezen, om wat de economische gevolgen van de crisis zullen zijn en ga zo maar door. Om nog maar te zwijgen van de eenzaamheid door het gebrek aan sociaal contact, het isolement.
Psychologische hulp is in deze dagen essentieel. Niet alleen voor onze fysieke en mentale gezondheid van nu, maar ook voor die van later. We weten inmiddels dat de impact van de geest op onze fysieke gezondheid niet te onderschatten valt en dat ons mentaal welbevinden enorm belangrijk is voor ons lichamelijk functioneren. Denk maar aan fenomenen waarbij onze geest ons lichaam ‘stuurt’, zoals dat bij fantoompijn en het placebo-effect het geval blijkt.
De vraag is: kan natuur iets betekenen om de mentale gevolgen van deze crisis in te perken? Ik denk dan in de eerste plaats aan de enorme angst die er momenteel heerst en het effect dat natuur kan uitoefenen op deze angst. Temeer omdat, in de meeste onderzoeken hierrond, het verminderen van angst aangehaald wordt als een belangrijk positief effect van natuur. Natuur draagt zo bij tot een betere gezondheid.