NATUUR & ADHD

Het effect van natuur op de kernsymptomen

We hebben het reeds aangehaald; ADHD heeft te maken met hyperactiviteit, aandachttekort en impulsiviteit. Natuur heeft niet alleen maar een positief effect op een van deze  kernsymptomen. Nee, het heeft een gunstige werking op alle drie tegelijkertijd. Neem nu het drukke gedrag. In vele onderzoeken zien we dat natuur ons rustiger maakt. Parameters die wijzen op stress, zoals een hoge bloeddruk, een snelle hartslag en verhoogde concentraties in het bloed van de hormonen cortisol en adrenaline, nemen af na een bezoekje aan de natuur. Dat schud ik niet zomaar uit mijn mouw, daar zijn daadwerkelijk metingen naar gebeurd. Trouwens neem zelf maar eens de proef op de som en maak na stresserende dag een wandeling in het bos. Je zal zien dat het je zal helpen om terug rustiger te worden.

En er is meer, want evengoed op aandacht en impulsiviteit heeft natuur een positieve invloed. Meisjes bijvoorbeeld, die vanuit hun studeerkamer zicht hebben op groen, kunnen zich beter concentreren en beheersen dan zij die enkel uitkijken op staal en beton. Kinderen met een groene speelplaats kunnen zich beter concentreren en ga zo maar door.  En hier ben ik weer met mijn groene wandelingetjes; als ik me niet meer kan focussen op mijn schrijfsels trek ik mijn stapschoenen aan en ga ik naar buiten het veld in. Net zoals bij vele grote schrijvers en filosofen die ik bewonder helpt het me om mijn gedachten te ordenen en me nadien veel beter te concentreren. Hetzelfde zie ik overigens bij mijn eigen tienerdochters die ik af en toe mee naar buiten moet sleuren om een blokje rond te wandelen. Ja, zelfs zonder ADHD biedt natuur ons tal van voordelen.

Een voorbeeld van een studie op het gebied van natuur en ADHD is het Spaanse onderzoek van Amoly e.a. uit 2014. Zij bestudeerden het effect van buitenspelen, bezoekjes aan het strand en de hoeveelheid groen in de leefomgeving van kinderen, op gedragsproblemen en op specifieke ADHD klachten zoals gebrek aan concentratie en hyperactiviteit. Wat zagen ze? Hoe meer de kinderen buiten speelden, hoe meer ze naar het strand gingen en hoe groener hun omgeving was hoe minder gedragsproblemen, hyperactiviteit, impulsiviteit en onoplettendheid werden vastgesteld. Vooral op onoplettendheid was het effect groot.

Spelen in de natuur en wonen in een groene omgeving kan een gunstig effect hebben op de kernsymptomen van ADHD

Een theorie die aantoont dat, en verklaart waarom, natuur onze aandacht kan herstellen is de Attention Restoration Theory van Kaplan & Kaplan. Dit even terzijde voor zij die dieper willen graven in deze materie. Heel interressant, maar het zou me te ver drijven als ik deze theorie hier nu volledig uit te doeken zou moeten doen.

Laat me wel even duidelijk zijn. Ondanks het feit dat het aantal onderzoeken die het positieve effect van natuur op onze concentratie aantoont talrijk is, moeten we toch enige voorzichtigheid aan de dag leggen. Er zijn namelijk studies die geen eenduidig verband vinden tussen natuur en aandachtsherstel. Zo was er bijvoorbeeld in een Nederlandse studie van Van den Berg uit 2011 alleen een gunstig effect van natuur op het uitvoeren van moeilijke taken. Bij gemakkelijke taken was het gunstige effect van groen op concentratie verdwenen. Meer nog, de ADHD kinderen uit het onderzoek presteerden juist beter in een niet-natuurlijke omgeving op de meer eenvoudige geheugentaken. Misschien is het soort taken dus eveneens bepalend voor het effect van groen op onze concentratie?

Heeft wonen in de stad een effect op de prevalentie van ADHD?

Nog goed om te weten, voor diegenen die geïnteresseerd zijn in de link tussen natuur en ADHD, zijn de risicofactoren die kunnen leiden tot een hogere prevalentie van ADHD. Het voorkomen van deze gedragsstoornis varieert namelijk met een aantal risicofactoren zoals daar zijn: leeftijd, mannelijk geslacht, chronische gezondheidsproblemen, problemen in de familie, lage sociaal-economische status, aanwezigheid van ontwikkelingsstoornissen en het wonen in een stad.

Vooral dat laatste ‘wonen in een stad’ is belangrijk met het oog op de bespreking van het effect van natuur op ADHD. Is wonen in de stad daadwerkelijk een risicofactor die de kans vergroot om ADHD te ontwikkelen? En kan meer groen in de buurt preventief werken? Ja, en dat zeg ik met mijn hand op het hart, zo ziet het er wel naar uit.

Hoe belangrijk natuur in onze leefomgeving is voor de preventie van ADHD zien we in verschillende onderzoeken. Zo spreekt een Nederlandse studie uit 2015 van De Vries e.a. bijvoorbeeld over 10% minder kans om ADHD te ontwikkelen in buurten met 45% groen, dit tegenover buurten met slechts 25% groen. Vooral in armere buurten is het effect van meer groen in de leefomgeving op de preventie van ADHD groot.

De Amerikaanse schrijver Richard Louv heeft het in zijn ondertussen wereldberoemde boek ‘Het laatste kind in het bos’ eveneens over de link tussen wonen in de stad en ADHD. Volgens hem is ADHD een ‘natuurtekortstoornis’. Een stoornis die het gevolg zou zijn van het feit dat kinderen in onze westerse maatschappij de dag van vandaag alsmaar meer opgroeien in een hoofdzakelijk stedelijke omgeving met weinig of geen groen. Louv denkt dat meer natuur eventueel een alternatief zou kunnen zijn voor de klassieke behandeling van ADHD. Dit is een straffe uitspraak, zover zou ik zelf niet gaan, maar misschien heeft hij ergens wel gelijk?

Kunnen bomen en planten een rol spelen in de behandeling van ADHD?

Wat is de meest courante behandeling van ADHD? In de meeste gevallen bestaat deze uit het slikken van medicatie. Het gaat dan hoofdzakelijk over geneesmiddelen met de werkzame stof methylfenidaat zoals in het bekende middel Rilatine. Het gebruik daarvan zou de laatste decennia volgens sommige bronnen verdubbeld zijn. Andere bronnen spreken niet van een massale stijging van het aantal gebruikers maar eerder van een toename van de dosis.

In beide gevallen komt het op hetzelfde neer; methylfenidaat is aan een opmars bezig.

Tesamen met het verhoogde gebruik van deze medicatie rijzen er bezorgdheden en vragen over dit product. Dat de medicatie bij de meeste patiënten (lees niet bij alle) werkt; daar is men het wel over eens. Het zijn eerder de bijwerkingen en de onduidelijkheden over de impact van het gebruik op lange termijn, die het zogenaamde hete hangijzer vormen. Wat de bijwerkingen betreft; een kwart van de gebruikers klaagt over hoofdpijn, slaapproblemen en een verminderde eetlust.

Maar is er eigenlijk wel een alternatief? De dag van vandaag schrijft men wel eens voedingssupplementen voor zoals Omega-3 of adviseert men een bepaald dieet. Toch is deze aanpak voor sommigen wetenschappelijk omstreden. Meer onderzoek op dit terrein is dus noodzakelijk en gelukkig ook aan de gang. Zo is er een recente studie die een positieve impact (op korte termijn alleszins) laat zien van het gebruik van een lekker en schattig paars bloemetje dat luistert naar de naam safraankrokus (crocus sativus) op de symptomen van ADHD. Graag waarschuw ik hier wel even dat het gebruik van safraankrokus, buiten onder medische begeleiding, af te raden is aangezien het hier gaat over een plant die als giftig kan worden beschouwd.  In onze eigen contreien zit men ook niet stil.  Hier is men bezig met het bestuderen van het effect van een extract uit boomschors op ADHD. Met andere woorden er worden op dit moment verschillende studies gedaan over hoe planten ons eventueel kunnen helpen bij de behandeling van problemen zoals ADHD.

De safraancrocus of crocus sativus zou, alleszins op korte termijn, een positieve impact op ADHD kunnen hebben. Toch is enige voorzichtigheid geboden met dit schattige maar ook wel giftige plantje.

Hoe zit het met dat laatste experiment uit de Lage Landen? Wel, binnen de onderzoeksgroep NaturA van het departement farmaceutische wetenschappen van de Universiteit Antwerpen is men dus bezig met een studie naar een eventueel alternatief voor methylfenidaat. Het gaat om een plantaardig voedingssupplement dat misschien even goed werkt als de huidge medicatie. Bij deze studie zijn nog andere universiteiten, departementen en instellingen betrokken zoals het UZA, de universiteit van Wageningen, het ZNA en het UZ Gent.

Om welk middel gaat het? Het gaat om het extract gewonnen uit de schors van de Franse maritieme pijnboom.

Deze prachtige boom, die ook wel luistert naar de Latijnse naam Pinus Pinaster, groeit in het zuidwesten van Frankrijk langs de kusten. Dit doet me denken aan een vakantie die ik als kind doorbracht in de schaduw van de indrukwekkende bossen van de ‘Landes’. Een streek in het zuidwesten van Frankrijk met, als ik me het goed herinner, de blauwe zee die fel afstak bij de vele groene pijnbomen zoals de Pinus Pinaster.  

Dat zijn schors een kostbaar medicinaal extract herbergt is al enige tijd gekend. Een Zwitsers bedrijf heeft ondertussen zelfs een patent op het extract. Zij verkopen het in poedervorm door aan andere bedrijven die het op hun beurt verwerken in sprays, crémes en capsules. Die zouden dan weer helpen tegen onder andere allergieën en astma. Allebei aandoeningen die te maken hebben met ons immuunsysteem of moeten we zeggen ons gebrekkige immuunsysteem. En zo kom ik bij het volgende.

De Universiteit Antwerpen onderzoekt samen met een aantal andere instellingen of het extract gewonnen uit de schors van de Franse maritieme pijnboom of de Pinus pinaster een gunstig effect kan hebben op ADHD.

Vele ziektes die de dag van vandaag in de de rijkere industrielanden in de lift zitten, waaronder bijvoorbeeld ADHD, worden in verband gebracht met een falend immuunsysteem. Zou onze westerse manier van leven, waar ook een gebrek aan contact met natuur onder valt, hier voor iets kunnen tussenzitten? Waarschijnlijk wel.

Er zijn onderzoeken voorhanden die aantonen dat natuur ons immuunsysteem kan boosten. Dit doet het door onder andere stress te verminderen, onze microbioom rijker te maken en een bepaald soort witte bloedcellen, de zogenaamde Natural Killer (NK ) cellen, te vermeerderen en deze tegelijkertijd ook actiever te maken. Vooral de experimenten naar de laatste factor, de NK cellen, zijn interessant als het om de eventuele link tussen boomschors en ADHD gaat (wil je hier graag meer over lezen klik dan op deze link).

Japanse wetenschappers zoals professor Qing Li, ontdekten reeds langer dat de oorzaak van de toename in de hoeveelheid en de activiteit van deze NK cellen te wijten zou zijn aan een speciaal soort chemische stoffen die bomen en planten afscheiden om zich onder andere te verdedigen tegen ziekten en plagen. (verwijzing naar eerder artikel)

De speciale plantaardige chemicaliën waarover het gaat, de zogenaamd fytoncides, kennen wij als de heerlijk geurende essentiële oliën die we wel eens verstuiven in ons huis.

In de Japanse onderzoeken zouden het meer specifiek de fytoncides zijn van groenblijvende bomen zoals de Japanse ceder of de Hinoki cipres die onze immuniteit boosten. Dr. Qing Li is zelfs zo overtuigt van het gunstige effect van de Hinoki boom dat hij op zijn bureau een verstuiver met de olie ervan heeft staan.

De vraag is dus of, naar analogie met de Japanse ceder of Hinoki cipres (eveneens een soort van pijbomen), ook de fytoncides van de Franse maritieme pijnboom ons immuunsysteem zouden boosten waardoor ze een positieve invloed kunnen uitoefenen op ADHD patiënten?

Even ter zijde maar het is toch eigenlijk niet zo onlogisch dat datgene wat planten gebruiken om zich te verdedigen tegen ziekten en plagen ook onze immuniteit versterkt? Of wel soms? Zeker als we in het achterhoofd houden dat we heel wat DNA gemeenschappelijk hebben met planten.

Volgens Annelies Verlaet van de U Antwerpen zijn het niet de fytoncides maar andere groepen van chemische verbindingen in de boomschors van de Franse maritieme pijnboom, genaamd polyfenolen, die een gunstig effect uitoefenen op immuniteitsstoornissen en als antioxidant werken tegen oxidatieve stress. Twee factoren die tegenwoordig als mogelijke oorzaak worden vermeld van ADHD.

Om nog even verder te gaan. Het natuurlijke middel van de Franse maritieme pijnboom zou niet alleen een gunstig efect uitoefenen op de symptomen van ADHD, het zou een aantal bijkomende troeven achter de hand hebben. Zo zou het naar alle waarschijnlijkheid veilig zijn in gebruik en in tegenstelling tot methylfenidaat geen vervelende bijwerkingen veroorzaken.

Hoe is men op het idee gekomen dat dit extract kan helpen bij de behandeling van ADHD? Een vroegere studie uit Slovakije liet ons reeds zien dat het poeder een positief effect had op onder andere hyperactiviteit en een verstoord concentratievermogen.

Waarom dan niet meteen beslissen dat dit middel gunstig is voor ADHD? Wel, deze studie gebeurde met een te kleine groep proefpersonen en er werd alleen vergeleken met een placebo en niet met een groep die de klassieke medicatie innam. Vandaar dat men de studie nog een keertje wil herhalen. Dit keer op een grotere groep kinderen en met een dubbelblind opzet waarbij er vergeleken wordt met de normale medicatie. Op deze manier zijn de resultaten veel betrouwbaarder.

Ik ben in elk geval zeer benieuwd naar dategene wat er uit de bus zal komen. Mijn vewachtingen van het positieve effect van de fantastische Pinus Pinaster op ADHD zijn in ieder geval zeer groot.

Etherische oliën en ADHD

Het was niet de bedoeling om nog iets over etherische oliën te schrijven. Maar toen las ik in een boekje over boomoliën het volgende; “Etherische oliën kunnen hersengolven in balans brengen”. Interessant dacht ik en ik kon het niet laten om toch nog een stukje aan dit artikel toe te voegen.

Men had het over een onderzoek van de Duiste dokter Terry S. Friedmann. Hij onderzocht het effect van het gebruik van etherische oliën op ADHD. Herinner je jezelf nog dat we het hierboven reeds hadden over de invloed van fytonciden en over het feit dat deze wonderbaarlijke natuurlijke chemische stoffen eigenlijk de etherische oliën zijn die we als ‘goede’ geurtjes voor onze verdampers, baden en dergelijke gebruiken?

Fytoncides of etherische oliën zijn een soort van natuurlijke chemicaliën die planten onder andere gebruiken om met elkaar te communiceren en om zich te verdedigen tegen ziekten en plagen.

In het onderzoek van Friedmann gaat het dus eigenlijk een beetje over de fytonciden waarover men het heeft in de Japanse studies inzake bosbaden.

Friedmann heeft het echter niet over het effect van etherische oliën of fytoncides op immuniteit maar over het effect ervan op hersengolven. Volgens deze dokter hebben kinderen met ADHD meer thètagolven en minder bètalgolven in hun hersenen. Bij kinderen zonder ADHD zou het volgens hem net het omgekeerde zijn: zij vertonen meer bétagolven en minder thétagolven.

Wat wil dit zeggen? Thètagolven wijzen op een toestand waarin je jezelf in een soort van wakkere slaap bevindt. En omgekeerd wijzen bétagolven juist op een soort van alertheid. Dit betekent dus dat mensen met veel thètagolven en weinig bètagolven vaak dagdromen waardoor ze zich slecht kunnen focussen en concentreren en ook minder alert zijn. Toevallig of niet, dingen waar mensen met ADHD wel eens last van blijken te hebben.

Om het effect van etherische olie op de hersenactiviteit te meten gebruikte Friedmann in zijn studie kinderen (met ADHD) tussen 6 en 14 jaar die geen medicatie namen. Hij deelde de kinderen op in een controlegroep die geen behandeling zou ondergaan en in een testgroep die wel een behandeling zou ondergaan. De testgroep werd vervolgens onderverdeeld in drie kleinere groepen. De eerste groep kreeg gedurende dertig dagen drie maal per dag cederolie (cedrus atlantica), de tweede groep olie van vetiver (vetiveria zizanioides) en de derde groep lavendelolie (lavandula angustifolia).

Waarom juist deze drie oliën? Wel, hij gebruikte cederolie omwille van het feit dat deze olie heel rijk is aan sesquiterpenen (50% van de actieve stoffen van cederolie bestaat uit deze sesquiterpenen) wat ervoor zou zorgen dat er meer zuurstof naar de hersencellen gaat. Hij koos vetiver omwille van de harmoniserende en rustgevende werking op het zenuwstelsel en het stimulerende effect op de bloedsomloop. En tenslotte opteerde hij voor lavendel omwille van de sedatieve werking op bepaalde hersengebieden met tegelijkertijd een stimulerend effect op het limbisch systeem.

Nadat Friedmann de kinderen had onderverdeeld onderzocht hij met behulp van een EEG de hoeveelheid thèta- en bètagolven voor en na de behandeling met de oliën.

Wat gebeurde er? Na dertig dagen waren, bij proefpersonen die vetiver en ceder hadden geïnhaleerd, de bètagolven toegenomen en de thètagolven verminderd. Het ging meer specifiek om een toename van ongeveer 32% aan bètalgolven. Zoals reeds eerder gezegd wijzen dit type golven op een meer geconcentreerde en alertere toestand.

Bij het gebruik van lavendelolie trad er geen verandering op in de hoeveelheid béta- en thètagolven. De proefpersonen waren wel rustiger en vriendelijker.

Na het lezen van dit onderzoek blijkt de tip van de Duitse Karin Opitz –Kreher misschien niet slecht. Zij raadt voor kinderen met ADHD klachten een mengsel aan dat bestaat uit de drie oliën van Friedmann. Let wel: kies altijd etherische olie van een goede kwaliteit! Olie van slechte kwaliteit zal een andere samenstelling hebben met mogelijks minder werkzame stoffen. Hier het recept van Karin. Los drie druppels cederhout, drie druppels lavendel en drie druppels vetiver op in 10ml neutrale olie ( bijvoorbeeld amandel-, jojoba-, sesam- of olijfolie). Doe dit brouwseltje in een roller en breng er elke ochtend en avond wat van aan op de voetjes van je (b)engeltje. Voor een extra weldadig effect kan je de olie inmasseren. Vergeet daarbij de tenen en vooral de grote teen niet. Want deze laatste zou volgens voetreflexologen geassocieerd zijn met onze hersenen. En zoals Karin zelf zegt: in het beste geval treedt er effect op, in het slechtste gebeurt er niets. Maar wat er ook gebeurt, het kan geen kwaad.

Veerle Beel. Kan boomschors helpen bij ADHD? De Standaard, donderdag 4 juli 2019

Website UAntwerpen onderzoeksgroep NaturA: https://www.uantwerpen.be/en/research-groups/natura/research-mission-and-members/research-project-adhd/

Amoly, E., Dadvand, P., Forns, J., Lopez-Vincente, M., Basagna, X., Julvez, J.,… & Sunyer, J. (2014). Green and blue spaces and behavioral development in Barcelona schoolchildren: the BREATHE project. Environmental Health Perspectives, 122 (12), 1351.

De Vries, S., Verheij, R., & Smeets, H. (2015). Groen en gebruik van ADHD-medicatie door kinderen: de relatie tussen de hoeveelheid groen in de woonomgeving en de prevalentie van AD(H)D-medicatiegebruik bij 5-12-jarigen: Alterra Wageningen UR.

Van den Berg, A.E. (2011). Natuur als therapie bij ADHD: Literatuurstudie, interviews met deskundigen, empirisch onderzoek. Rapport 2112. Wageningen: Alterra.

Baziar, S., Aqamolaei, A., Khadem, E., Mortazavi, SH., Naderi, S., Sahebolzamani, E., Mortezaei, A., Jalilevand, S., Mohammadi, MR., Shahmirzadi, M., Akhondzadeh, S. Crocus sativus L. Versus Methylphenidate in Treatment of Children with Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder: A Randomized, Double-Blind Pilot Study. Journal of Child and Adolescent Psychopharmacology. 2019 Apr; 29(3):205-212

Karin Opitz-Kreher. Boom oliën. Uitgeverij Akasha 2019.