de stad, het platteland & het natuurtekort

Dat de leefbaarheid van de stad vandaag wordt gehypothekeerd, daarover bestaat al lang geen twijfel meer. Psychologen en psychiaters melden, zeker nu in coronatijden, een toename van problemen die verband houden met angst, eenzaamheid en menselijkheid. De hamvraag die zich dan opwerpt is ongetwijfeld of we de stad, die duidelijk niet beantwoordt aan onze noden, toch nog kunnen hervormen naar een leefbare omgeving. Zelf ben ik daar zeer kritisch over. Die houding is gelukkig niet enkel de mijne, die deel ik met heel wat mensen uit mijn professionele omgeving en experten uit verschillende vakgebieden.

Stadsplanners, zoals Tom Dumez, zien dat anders. Zij geloven in de maakbare stad. Een stad voor en door mensen, een paradijs om in te wonen.

‘Landschapsarchitect Pepijn Verheyen trok dat door: ‘het blijft tegennatuurlijk om in de stad dichter op elkaar te gaan wonen’, zei hij. Hij vergeleek stadsbewoners zelfs met gekooide dieren. Opnieuw in het groen gaan wonen lijkt dan een simpele oplossing: terug naar het platteland’.

Tom Dumez

Voilà, een citaat van Tom Dumez uit ‘Ruimte is géén luxegoed‘ DS 24.09

Bedankt om het even zo helder te stellen, Tom. Wauw, Dit was niet volledig wat ik bedoelde, maar je vat wat volgens mij realiteit is wel mooi samen en dat zelfs volledig in de geest van mijn gedachte.

Los daarvan wil ik nu vooral eerst even inzoomen op jouw verhaal Tom Dumez; het verhaal van een goede en noodzakelijke stad. Je bent natuurlijk niet de enige die er zo over denkt, dat besef ik ten volle, maar een echte John Doe onder de stadsplanners. Jullie geloof in de stad is diep geworteld, een combinatie van hoop in een oplossing, en een geconditioneerde kijk vanuit de stedenbouwkundige hoek ,voeden dat geloof. Tom, ik moet het je nageven, over de stad vertellen doe je goed en gedreven, vanuit jouw perspectief, met een eigen bril op. Dat begrijp ik ook, als stadsplanner wordt er vandaag de dag van je verwacht de mensen zo functioneel en economisch mogelijk te laten samenwonen in, jawel de stad. Wijzen op de mobiscore en een aanval op de rijkere burger die de stad ontvlucht voor een eigen tuin horen daarbij. Met diepe overtuiging in de opportuniteiten van het stedelijk weefsel zie je diezelfde stad dan ook als een wondermiddel richting oplossing. De stad als leefconcept de hemel in prijzen hoort daar gewoonweg bij wil je enig resultaat bereiken door gedragenheid vanuit de maatschappij.

Jij, Tom, lijkt me oprecht te geloven in een aangepaste moderne stad die de oplossing is voor overbevolking en het ‘verkeerd’ gebruik van groene ruimte. Het is dapper en niet eenvoudig iets vanuit die overtuiging te benaderen, het als een argument te gebruiken en daar ook in te geloven. Zelfs tegen al het gangbare en de wetenschap in op; zwemmen dwars door eigen zee. Het stedelijk eiland, door de mens bedacht en gemaakt, als oplossing zien voor meer natuur en gezondheid, dat getuigt van idealisme en moed. Dat beide kunnen leiden tot resultaat is in veel gevallen waar. Het feit dat de stad een oplossing zou kunnen zijn in functie van de bevolkingsgroei en dat te koppelen aan de waarborg deze omgeving voor arm en rijk gezond te kunnen inrichten, chapeau dat geeft believers hoop.

Eerlijk, ik ben een non-believer. Los van het feit dat ik meewerk aan vele projecten, om de stad meer dan vandaag leefbaar te maken, blijf ik eerder ‘bang’ en lang niet zeker dat we niet beter af zijn zonder stad. Zelfs in mijn dromen is er meer ongelijkheid tussen arm en rijk in de stad dan op het platteland. Ik trek dat niet meer, zulke zaken vreten haast dagelijks aan me. Als ik even door de stad loop, tussen twee treinritten in, valt me de verpaupering het meest op. Wat ik zie strookt verre van met wat ik wil zien, gelukkige mensen. Als idealist en natuurvorser vind ik dat we allen recht hebben op persoonlijke ontwikkeling en geluk temidden van een omgeving die we verdienen. Misschien ben ik naïef, maar voor mij zijn alle mensen gelijkwaardig, absoluut niet gelijkaardig. Dat betekent vanuit mijn perspectief dat iedereen het recht moet hebben, in de mogelijkheid moet zijn de ‘eigen’ natuurlijkheid te ervaren. Heel concreet wil dat zeggen dat je je lichaam naar je karakter en mogelijkheden moet kunnen gebruiken daar waarvoor het evolutionair bedoeld is. Enkel dat maakt dat je ten volle mens kan zijn.

Los daarvan vind ik het vreemd om bewijs dat overweldigend is naast me neer te leggen. Zo is het aantoonbaar en wijdverbreid geweten dat een stad niet menselijk noch natuurlijk van karakter is. Hoor me, nu houd ik een pleidooi. Misschien is dat een gebrek aan nuance, maar voor mij lijkt het een vasthouden aan kennis en intuïtie (waaruit kennis wordt geboren). Is dat niet iets waardevols? Geloven zonder te kunnen aantonen, daar doe ik niet aan mee. Geloof is een raar beestje, zoveel is zeker. Ik heb het nooit gedaan, geloven. Geloven lijkt me de controle loslaten in een flow, los van ratio, en hopen tegen beter weten in.

Niet alleen jouw geloof en het geloof van vele van je collega’s in de stad is groter Tom Dumez, ook je geloof in de mens is bovenmatig. Dit doet me trouwens denken aan het boek van Yuval Noah Harari – homo deus met als thema de mens als een god die het onmogelijke weet of denkt te kunnen bereiken en bekomen. Hij weet de natuur naar zijn hand te zetten; als meester van de natuur. Of laat ik er Darwin in de stad van Menno Schilthuizen bijhalen. Dit boek wijst op de potentie van stadsnatuur.

Het is mooi gelovig of naïef te zijn, daaruit kan een wonder worden geboren.


‘Vlaanderen heeft voldoende goede en creatieve ontwerpers die binnen een bebouwde ruimte leefbare, groene, rustige en gezonde plekken kunnen creëren’

Tom Dumez

Dit is wat je zei Tom Dumez. Laat me duidelijk zijn, domme uitspraken zijn er niet, want elke fout stelt ons in staat daaruit te leren. We hebben inderdaad tig aan goede ontwerpers. Het eerste deel van de stelling lijkt te kloppen. Maar dan, dan komen we bij het staartje, de totale boodschap. Die luidt, in se, dat de ontwerpers het wel zullen oplossen. Wel, mijn antwoord is, nee, dat kunnen ze waarschijnlijk niet. De randvoorwaarden in de bebouwde ruimte laten ons vandaag niet toe een ruimte te creëren die voldoende beantwoordt aan de evolutionaire noden van alle stadsbewoners. Het gaat dan over véél en verschillende soorten mensen. Zonder voldoende natuur, natuur die goed is voor de mens, als wezen welteverstaan, is er sprake van verminderde levenskwaliteit. Een stad die vrij is van mechanische geluiden, vervuilende stoffen en gassen, beton of steen kwam ik nog niet tegen in Vlaanderen. De eerste die me op zo’n stad kan wijzen in Vlaanderen beloof ik eeuwige dankbaarheid. Want nee, geluiden van een tram, de uitstoot van wagens, het piepen van een stoppende of de cadans van een passerende trein zijn geen natuurfenomenen die ons positief gezind zijn. Wij mensen zijn gemaakt voor de geur van aarde, bloemen, dieren… Onze bondgenoten zijn talrijk aanwezig in echte natuur, niet in verstedelijkt weefsel. Denk aan allerhande ons goed gezinde micro-organismen, eetbare planten, ruimtelijke fractaalproces-alike panorama’s. Deze organismen en hun structuren gedijen gewoonweg niet in de stad, daar huizen voornamelijk, zonder hulp van de mens, preadaptieve soorten en levensvormen of soorten die zo sterk zijn dat ze in het wild de hoge of lage boomgrens – een plek waar de omstandigheden voor leven extremer zijn – zouden kunnen trotseren.

En wanneer jij Tom, met ‘bebouwde ruimte’ naar een huisje in het bos zou verwijzen? Al lijkt me dat onlogisch, alles kan natuurlijk. Wel, laat ons dan even eerlijk zijn, waar ergens, buiten zeer lokaal, kunnen we nog spreken over platteland of nog straffer over niet bebouwde ruimte? Zelfs het platteland is op dit eigenste moment ver van afgestemd op onze menselijke natuur. Een paar gebieden zoals een uitgestrektere heide, een groter moeras en de duinen buiten beschouwing gelaten. Die greenspots, beperkte groene gebieden, komen dicht in de buurt bij wat ons ligt. Maar zijn ook dit geen gebieden waar de mens vandaag steeds opnieuw en constant moet ingrijpen aangezien het soortenevenwicht voorlopig zoek is?

Niet iedereen zal overigens de stad kunnen verlaten. Daar hebben we inderdaad te weinig ruimte voor, al kan de ruimte die er vandaag is, veel, veel beter worden benut. Nee, het huidige platteland is dan wel een betere biotoop als de stad maar nog steeds verre van perfect; net zoals een productiebos met een huisje dat is. De stad mijden zou verkeerd zijn. Ze beter, zo goed als mogelijk, ‘juister’ inrichten de uitdaging. Op een groenere stad zegt iedereen volmondig ‘ja’. Mits de stad een sociaal gebeuren kan zijn heeft het wonen in de stad zelfs voordelen die het wonen op platteland niet heeft. Maar finaal betekent dat niet dat we niet gezond willen blijven, of wel? Wie wil er dan vandaag in de stad blijven? Wie wil er niet liever op het platteland, dichter bij de natuur of zelfs deels in de natuur, gaan wonen?

Aan het einde van mijn relaas gekomen zou ik jou, Tom Dumez, willen voorstellen, samen een pint te gaan pakken. Daar hoop ik dan dat je me tijdens een gesprek overtuigt van je gelijk. Dat doe je dan, in mijn gedachten, met talloze argumenten voor een pleidooi voor de stad, daar wijs je me dan op foute verbanden die ik naar voor schuif. Wie weet, misschien worden we ooit nog broeders in de stadsreligie?