30.03.2017 / master in de klinische psychologie, Sara Adriaensen
De ‘juiste’ omgeving of ruimte is van onschatbare waarde voor ons welzijn. Hoe meer studies des te groter het besef van de impact die een fysieke omgeving of (publieke) ruimte op ons functioneren heeft.
Vooral de kracht van een groene omgeving blijkt bijzonder. Maar wat zijn de voordelen van een groene omgeving voor onze gezondheid en is alle groen even helend of goed voor onze gezondheid? Met welke richtlijnen en ontwerptips moeten we rekening houden om een omgeving te creëren die een maximaal positief effect uitoefent op ons functioneren?
Waarom heeft een publieke ruimte zo een impact op ons functioneren?
Omgeving is taal! Taal brengt verbaal en non-verbaal boodschappen over. Boodschappen die ons denken, voelen en doen beïnvloeden.
Een fysieke omgeving bezit structuren en communiceert met ons net zoals taal. Omgeving brengt ook boodschappen over die ons denken, voelen en doen beïnvloeden.
Maar er zijn verschillen tussen taal en omgeving. We kunnen ons meestal aan de ander en dus aan zijn of haar verbale of non-verbale communicatie onttrekken. Bij een omgeving is dat moeilijker. We ‘zijn’ in onze omgeving waardoor we er constant door worden beïnvloed. Vooral de impact van de dagelijkse leefomgeving met onze woning, straten en pleinen is belangrijk. Een bijkomend onderscheid tussen taal en omgeving is het feit dat taal in de eerste plaats communiceert via ons gehoor en ons zicht. Omgeving communiceert via alle zintuigen waardoor de impact nog groter zal zijn.
Er bestaan verschillende soorten van omgevingen zoals de culturele, de sociale en de fysieke omgeving. Allen oefenen ze een impact uit op ons functioneren. Toch is het vooral de fysieke omgeving waar onze interesse in dit artikel naar uitgaat.
Mensen, en dieren gaan naargelang de omgeving waarin ze wonen fysieke, psychische en sociale aanpassingen vertonen. Hieruit kunnen we afleiden dat onze fysieke omgeving een grote impact op ons heeft en dat een veranderende fysieke leefomgeving veranderingen bij zijn bewoners teweeg zal brengen. Vandaag de dag evolueert onze fysieke omgeving zeer snel. Ze verstedelijkt, versnelt, vertoont meer prikkels, ect. Het verdwijnen van groen uit onze dagelijkse leefomgeving zal een impact hebben op ons ‘zijn’ en de kans op bepaalde stoornissen verhogen. Zo stellen we bijvoorbeeld vast dat obesitas, schizofrenie en angst meer voorkomen in stedelijke omgevingen dan op het platteland.
Over fysieke omgeving.
We hebben het nu over de fysieke omgeving. Deze kunnen we op haar beurt nog eens onderverdelen in een groene fysieke omgeving en een bebouwde fysieke omgeving.
In onderzoek verkiezen mensen bijna altijd natuur boven stad. Het landschap waar onze voorkeur naar uitgaat zou tegelijkertijd ook het meest helend zijn. Impliceert het feit dat we natuur verkiezen boven stad dan niet dat natuur beter is voor onze gezondheid dan de stad? Dit wordt inderdaad bevestigd. Uit tal van studies blijkt namelijk dat vooral een groene omgeving gunstig is voor onze gezondheid.
Groen is goed voor ons welzijn of onze gezondheid maar wat is welzijn? Welzijn is meer dan alleen de afwezigheid van fysieke symptomen. Het begrip welzijn omvat een fysieke, een psychische en een sociale component. De relatie groen-gezondheid verloopt toevallig of niet via deze drie componenten. Groen heeft dus zowel psychische, sociale als fysieke voordelen. Meetbare biologische lichaamsveranderingen tonen bovendien aan dat de invloed van een omgeving op ons functioneren niet uit de lucht gegrepen is. Zo zal een stimulerende, verrijkende omgeving de aanmaak van nieuwe hersencellen verhogen, zal de plafondhoogte, de lichtintensiteit en het aantal prikkels in een omgeving de hersenactiviteit in bepaalde gebieden veranderen en zal een groene omgeving het gehalte van het stresshormoon cortisol in het bloed doen dalen.
.
Hierbij moeten we opmerken dat niet alle groen even goed is voor onze gezondheid. Integendeel, een verkeerd ingerichte groene ruimte kan zelfs nadelig werken. Willen we profiteren van de voordelen van een groene omgeving dan is het creëren van de ‘juiste’ omgeving belangrijk
Richtlijnen voor alle niveau’s.
In tegenstelling tot de uitgebreide (wetenschappelijke) kennis over de voordelen van een groene omgeving, zijn er weinig concrete richtlijnen voorhanden om de theorie om te zetten naar de praktijk. Daarom schrijf ik als master in de klinische psychologie samen met mijn man, tuin- en landschapsarchitect Pepijn Verheyen, een boek waarin wij o.a. ontwerptips geven over hoe we onze omgeving zo kunnen inrichten dat deze een optimale positieve invloed heeft op ons welzijn. Vanuit dit boek en Pepijn ‘s functie als landschapsontwikkelaar aan het UZGent distilleren wij vervolgens concrete richtlijnen waar mensen uit onder andere de openbare sector mee aan de slag kunnen gaan.
We moeten bij de inrichting van ‘de juiste’ (publieke) ruimte of omgeving rekening houden met een aantal factoren willen we een maximaal positief effect bewerkstelligen op ons welzijn en dit op drie niveaus:
- Het macroniveau met richtlijnen die voor iedereen gelden.
- Het mesoniveau met richtlijnen die afhankelijk zijn van de doelgroep (vb. dementen, kinderen, mensen met autisme).
- Het microniveau met richtlijnen die afhankelijk zijn van de specifieke persoon zelf.
Een publieke ruimte zal vooral rekening houden met richtlijnen die zich situeren op het eerste niveau. Hierbij denken we aan richtlijnen omtrent de verhouding groen-verharding, halfopen ruimte gebruik, daglicht, voldoende complexiteit, beweging, planten die de lucht zuiveren zoals mossen, fysieke en psychische veiligheid, water etc. Momenteel worden deze richtlijnen reeds geïmplementeerd in verschillende projecten waaronder de campus van het UZGent. Echter, niet alleen de buitenaanleg van een ziekenhuis heeft hier baat bij. Zowat elke groene ruimte die aan zulke richtlijnen voldoet betekent een meerwaarde voor het welbevinden van zijn gebruikers.
Tot slot willen we nog het volgende opmerken: “Als we weten dat een (groene) fysieke leefomgeving een impact heeft op onze gezondheid dan zijn het niet enkel de (para)medici onder ons die verantwoordelijk zijn voor ons welzijn. In dat geval bepalen zij die onze fysieke leefomgeving vormgeven zoals architecten, landschapsarchitecten, beleidsmakers, etc eveneens mee onze gezondheid.”