Krijgsgevangenen van COVID-19

Onze uitwijkmogelijkheden werden drastisch ingeperkt. Plots is het overal van ‘eigen volk eerst’.  Zelfs Sociaal Incapabele Michiel, uit de ideale wereld, parodieerde dit met ‘Hoboken? Zo, boken!’.

Leefbaarheid en balans door uitsluiting en imperking. De focus op impact, door ervoor te zorgen dat de mens binnenblijft bij de dreiging van een onbekend virus, dat is de nieuwe boodschap. Kerngedachte klimaatverandering werd erg snel verruild. Net zoals bij de klimaatreligie verketteren we nu, tijdens de coronacrisis, ontkenners en andersdenkenden.  Gelijklopend is het de kerngedachte om het aandeel van de mens bij het schade toebrengen aan ‘natuur’ te beperken. Dat corona en de mens-natuurrelatie verband houden is een veelgehoorde boodschap. Is het COVID-19 virus een wrekende ziekte, een straf voor wat we de natuur aandoen? In de kranten lezen we alleszins over die wraak van de natuur, als ware het een klimatologisch bijverschijnsel. In deze denkoefening kunnen we ver gaan, maar zijn we met die aanpak beter af? Is de kern van de zaak niet juist om te begrijpen hoe belangrijk  natuur voor ons als mens wel is? Buiten, in de natuur, ontsnappen zowel de armen als de rijken aan hun isolement. De rijken aan hun smaakvol ingerichte gouden kooi, de armen aan hun veel te klein nest. Op den buiten stapt de meerderheid van de dorpelingen gewoon de tuin in. In zwaar verstedelijkt gebied zijn er helemaal geen of veel te weinig tuinen. Het komt erop neer dat de Vlaamse steden vandaag onvoldoende brein (inteligente infrastructuur) en nog veel minder een gezond lichaam (voldoende natuur) hebben. Ze kampen met een enorm natuurtekort. De verhouding natuur die tot de inwoners staat is pover tot dramatisch te noemen. Mochten steden mensen zijn dan legden ze als eerste het loodje bij het oplopen van COVID-19. De omgeving van meeste steden is verre van coronaproof. Ze voldoet absoluut niet aan de menselijke behoeften in tijden van een lockdown. Slim gebruik maken van een geografische ligging, een natuurlijk potentieel zoals bijvoorbeeld een waterloop of bossen in de nabijheid, natuurinclusief bouwen, biofiele integreren, licht en zon toelaten… en dat zonder uitzondering overal garanderen aan iedere burger, dat is de kunst. Zeg nu zelf, corona zou toch veel draaglijker zijn (geweest) wanneer er reeds jaren aan een echte groene stad was gewerkt. Wees daarvan overtuigd. Meer nog, wanneer een stad voldoende rekening zou houden met haar bewoners en iedereen het recht op privaat groen zou verzekeren dan zou de coronacrisis niet alleen draaglijker zijn geweest maar misschien zelfs leefbaar.

Waken over een overbelasting vanuit menselijke hoek impliceert het afstemmen van diezelfde omgeving op de mens. Het moment dat de mens, of zoals nu zijn maatschappij, een bovenmatige druk uitoefent op het systeem en kiest voor surrogaatnatuur is het immers over en uit. Dan zitten we met een probleem, dan ontstaat er een tekort, een acuut tekort. Denken dat het een bewuste keuze is van de gemiddelde armere aardbewoner af te zien van zijn recht op natuur zou fout zijn. Een eigen plek kost vandaag geld, veel geld. De stadstuin is quasi onbetaalbaar. Het recht op natuur wordt de stadsbewoner ontnomen, louter uit winstbejag. De criteria die we vandaag hanteren voor terrassen, appartementen zijn opgesteld door opportunisten die zelf veel rianter leven. Blijven we dat tollereren nu we weten wat de gevolgen zijn in crisissituaties zoals deze bij COVID-19 of kiezen we resoluut voor meer solidariteit? Zijn de gevolgen van eerder collectief gedrag gerechtvaardigd in tijden van corona? Wie denkt van wel? Dat het armere deel van de bevolking, dat steden of urbane weefsels bewoont, het met minder dan gerechtvaardigd is moet stellen is beklijvend. De zwakkeren, de vergetenen, zij kunnen slechts hun plaats in dit alles aanvaarden. Doen ze dat niet, trekken ze naar het park op het moment dat de ademnood het hoogst is, dan volgt er zelfs een straf. De bank van het park is immers verboden terrein. Daar op gaan zitten levert je sowieso een boze blik op. Het blauw op straat lijkt daarnaast zo jaloers op het groen (op straat) dat ze je een fikse coronaboete geven wanneer ze vaststellen dat je met een acuut natuurtekort kampt. Los van het feit dat we het blauw niet mogen bagatelliseren omdat de politie waardevol werk verricht staat dit, hoe we het ook draaien of keren, haaks op alles wat ‘menselijk’ is.

Hoe kan het immers dat de ene het recht van de andere op natuur en gezondheid ontzegd? Wellicht wordt het door mij heel scherp gesteld. Is zo’n stelling ernst, waarheid, onzin of contradictie? Wij mensen zijn sociale wezens, volgens Edward O. Wilson zelfs een eusociale soort, die om gezond te kunnen zijn behoefte hebben aan menselijk contact en vanuit de biofiele gedachtengang nood hebben aan natuur. Geen van beide menselijke eigenschappen genieten momenteel veel krediet. Laat dit daarom een oproep zijn om meer solidariteit, gelijkheid. Steden zonder voldoende stadsnatuur zijn geen leefbare steden! De huidige stad is geen kwalitatieve thuisomgeving. Het gaat hier niet enkel over verkeerde woontypologiën maar over een gans verkeerde methodiek waarbinnen vele typologiën verkeerd worden aangewend.

Recht op eigen natuur

Als typische verkavelingsvlaming en voorvechter van het recht op eigen groen houd ik een pleidooi: gezonde natuur en een omgeving waarbij de natuur is afgestemd op onze menselijke gezondheid helpen ons gelukkiger te zijn, zorgen ervoor dat we ons minder kwetsbaar, bang en arm voelen. Natuur vergroot onze veerkracht. Graag wil ik de verdichtingshysterie in vraag stellen. Zelf geloof ik dat velen dat zouden moeten durven doen. Meer dan ooit blijkt dit vandaag bittere noodzaak, nu de contrasten, de wezenlijke verschillen op basis van sociale klasse, onder invloed van de maatregelen tegen COVID-19 op de spits zijn gedreven.

Mijn tuin is niet zo groot maar er is een wezenlijk contrast tussen ‘het kot’, de omstandigheden van een eigenaar met een tuin en de levensruimte van de gemiddelde appartemensbewoner. Deze laatste woont in een krappe ruimte met zijn gezin terwijl zijn ‘rijke’ soortgenoot met volle teugen van zijn tuin en in sommige gevallen zelfs ‘paleis met park’ geniet. Dat is een typisch gevolg van wezenlijke ongelijkheid. Ongelijkheid op basis van intelligentie, sekse, geboorterecht… In een artikel van een tijdje terug, ‘Stedeling is dupe van corona’, suggereerde de auteur dat het leven in een stad meestal een vrije en bewust keuze is, omdat er enkel daar talrijke voorzieningen zijn binnen wandelafstand. Dat klopt natuurlijk niet. De journalist in kwestie is wellicht al even niet meer in een dorp geweest. Vlaanderen is ondertussen bijna één groot verstedelijkt weefsel met hier en daar een klein stukje echte natuur. In vele dorpen rijzen de apartementen als paddenstoelen uit de grond. Dit is opnieuw huisvesting zonder een eigen tuin, zonder persoonlijke groene ruimte. Wie daar terechtkomt zal het geweten hebben, zeker in tijden van corona.