Contact met natuur zorgt, zonder dat je dit voelt of met het blote oog kan zien, voor een aantal veranderingen in ons lijf. Zo heeft contact met natuur, zeker wandelen in de natuur, een effect op een aantal fysiologische parameters en stoffen in ons bloed en in onze urine. Het gaat dan meer specifiek om veranderingen in de concentraties stresshormonen, cytokines, witte bloedcellen en om veranderingen in een aantal cardiovasculaire en metabolische parameters.
Wist je dat we het effect van natuur op onze fysieke gezondheid kunnen aflezen aan een aantal fysiologische parameters en de concentratie van een aantal stoffen in ons bloed en onze urine?
Dat natuur goed is voor onze gezondheid is dus niet enkel iets wat we instinctief aanvoelen, het is evengoed iets dat we objectief kunnen meten. Interessant toch in een tijd waarin dingen pas als waar of echt wordt aangenomen als ze ook daadwerkelijk meetbaar zijn?
Sara Adriaensen
Om dit te onderzoeken werden een aantal studies uitgevoerd waarbij men de urine en het bloed van deelnemers onderzocht alsook bijvoorbeeld hun bloeddruk. Men deed dit zowel na een wandeling in de stad als na een wandeling in het bos? Welke veranderingen nam men waar?
Wat betreft stresshormonen zag men dat de concentratie cortisol, adrenaline en noradrenaline na een tripje door het groen flink afnam. Gevolg: een heerlijk ontspannen gevoel.
Inzake cardiovasculaire parameters zakte onder andere de bloeddruk van de deelnemers na een wandeling door het bos, maar niet na een wandeling door de stad.
Al deze resultaten wijzen op een verminderde activiteit van het sympatisch zenuwstelsel en dus op een verminderde activiteit van onze stressrespons.
Hoe kan dit komen? Het feit dat zowel onze bloeddruk als de concentratie stresshormonen in ons bloed en onze urine na een bezoek aan het bos daalt zou misschien iets te maken hebben met de fytoncides van bomen in datzelfde bos. In boslucht zitten er immers meer fytoncides dan in stadslucht. Waarom zijn er in het bos meer fytoncides en wat zijn fytoncides precies?
Wel, fytoncides zijn een soort van geurende volatiele natuurlijke chemicaliën die planten en bomen afscheiden om met elkaar te communiceren en zich te beschermen tegen ziekten en plagen. De sterk geurende essentiële oliën die wij zo goed kennen zijn in feite niets anders dan sterk geconcentreerde fytoncides van planten in een flesje. Als we weten dat deze chemicaliën uit de natuur planten helpen om zichzelf gezond te houden, dan is het niet onlogisch dat deze heerlijke plantengeuren ook een effect kunnen uitoefenen op ons welzijn.
Zo zien we in onderzoek bijvoorbeeld dat fytoncides zowel onze bloeddruk kunnen laten zakken als het aantal stresshormonen in ons bloed kunnen verminderen. Neem nu de inhalatie van de essentiële olie van cederhout. In vergelijking met inhalatie van lucht zonder deze olie, laat lucht waarin fytoncides van de ceder verstoven zijn onze bloeddruk zakken en de activiteit van ons parasympatische zenuwstelsel toenemen. Inhalatie van Chamaecyparis obtusa stam olie verlaagt dan weer de concentratie van de stresshormonen noradrenaline en adrenaline in de urine. Allen zaken die wijzen op minder stress en een lichaam dat fysiologisch meer ontspannen is. Magisch toch, die fytoncides!
Even terug naar de boswandelingen, de fysiologische parameters en de stresshormonen. Soortgelijke bevindingen als deze uit de experimenten met de wandelingen in het bos vond men ook terug in studies met bloemen. Daaruit bleek dat contact met bloemen, naar analogie met een wandeling in het bos, onze bloeddruk kan laten zakken en de concentratie stresshormonen in ons bloed kan laten afnemen. Fytoncides zouden hier eveneens voor iets kunnen tussen zitten. Zo las ik dat de geur van de roos het stresshormoon adrenaline in je lijf met wel 30% kan laten verminderen. Voel je wat stress opkomen ruik dan aan een roos zou ik zeggen. Heerlijk kalmerend toch zo’n zwoele rozengeur!
Maar er is, zoals gewoonlijk het geval is als ik spreek over de link tussen groen en onze gezondheid, nog veel meer. Naast een wijziging van het aantal stresshormonen en onze bloeddruk zijn er nog andere belangrijke stoffen die een invloed ondervinden door contact met natuur.
Zo zou het gehalte van de stoffen DHEA en DHEA-S door contact met natuur toenemen. Niet onbelangrijk want deze stoffen beschikken over beschermende eigenschappen voor zowel het hart als obesitas en diabetes. DHEA-S zou daarnaast een effect uitoefenen op angst en somberheid.
Minder goed nieuws voor diegenen die niet zo jong meer zijn: de concentratie van DHEA en DHEA-S vermindert automatisch met het ouder worden. De daling van deze stoffen gaat dan gepaard met degeneratieve veranderingen en chronische ziekten die op hun beurt samenhangen met veroudering. Maar de wat oudere lezers moeten niet onmiddellijk paniekeren, want jullie hebben het daarnet goed gelezen: een uitje in de natuur zou de concentratie DHEA-S een boost kunnen geven.
Nog interessant om in deze context te vermelden is het feit dat stress en daarmee samenhangend de concentratie cortisol, adrenaline en noradrenaline, een invloed heeft op de concentratie DHEA-S. Minder stress betekent hierbij meer DHEA-S en meer DHEA-S betekent minder angst en depressie. Wanneer we uit onderzoek weten dat contact met natuur stresshormonen kan laten zakken, dan is het niet onlogisch dat contact met natuur het hormoon DHEA-S laat toenemen en dat contact met natuur ons misschien gedeeltelijk daardoor minder bang en gedeprimeerd maakt.
We hadden het over stresshormonen, onze bloeddruk en DHEA-S maar er zijn nog vier dingen waarover ik het met jullie wil hebben en dat is adiponectine, Natural Killer Cellen of kortweg NKC, cytokines en glucose.
Zowel adiponectine als NKC zouden toenemen na een bezoek aan de natuur.
Eerst wat meer over adiponectine. Dat is een soort van eiwithormoon dat zich bevindt in ons bloedserum. Te lage concentraties ervan gaan samen met ernstige metabole stoornissen zoals diabetes type 2, obesitas en cardiovasculaire aandoeningen. Kortom meer adiponectine zou helpen om verschillende gezondheidsklachten te voorkomen. In die zin kan contact met natuur, via de toename van adiponectine, preventief werken tegen verschillende gezondheidsklachten.
Op naar de NKC. Dit zijn een soort van witte bloedcellen die een rol spelen bij het tegengaan van kanker, virussen en infecties. Ze zijn dus enorm belangrijk voor de werking van ons immuunsysteem. Dat natuur een gunstige invloed heeft op adiponectine en onze NKC is dus goed nieuws.
Zo zijn we bij de cytokines aanbeland. Een wandeling in de natuur zal, in tegenstelling tot een tripje in de stad, cytokines in ons bloed laten afnemen. Dit zijn stoffen die samenhangen met ontsteking. Is er ergens in ons lichaam sprake van een ontsteking dan zal ons immuunsysteem cytokines afgeven. Deze dienen als een soort van signaalstof om elders in het lichaam macrofagen te mobiliseren of om hulp te vragen. Deze macrofagen ruimen vervolgens lichaamsvreemde stoffen zoals bacteriën op. Maar ik begin nu wat te ver af te wijken.
Om een lang verhaal kort te maken; een verhoogde concentratie cytokines wijst dus op een ontstekingsreactie. Ontsteking wordt dan weer gelinkt aan onder andere depressie, cardiovasculaire aandoeningen en auto-immuunziektes zoals diabetes. Kortom, laat natuur cytokines in ons bloed afnemen, dan is het risico op deze aandoeningen veel kleiner.
Tot slot nog iets over glucose, want ook op onze bloedsuikerspiegel kan natuur blijkbaar een impact uitoefenen. Zo las ik een onderzoek waarbij de concentratie glucose in het bloed van diabetespatiënten na een bezoekje aan de natuur afnam. Als we weten dat bij een chronische verhoogde concentratie glucose in ons bloed oftewel hyperglycemie genaamd, het risico op onder andere schade aan de bloedvaten en dus op bijvoorbeeld een hartinfarct, een beroerte, blindheid, zenuwschade en nierfalen toeneemt, dan is dit goed nieuws voor onze gezondheid.
Alles nog even op een rijtje gezet zagen we dus dat wanneer men fysiologische parameters meet en bloed- en urinetesten afneemt na een wandeling in het bos men ziet dat er veranderingen optreden die gunstig zijn voor onze gezondheid. Na een wandeling door de stad treden deze gunstige wijzigingen niet of onvoldoende op om significant te zijn. Kortom als je in de mogelijkheid verkeert om te kiezen tussen een tripje in de stad of eentje in de natuur, opteer dan voor het laatste. Dit zal je gezondheid ten goede komen, zeker als je al wat overspannen bent bij je vertrek.
Toch stopt mijn verhaal hier niet. Natuur laat immers ook meetbare sporen of veranderingen na op de concentratie stoffen in ons brein. Wil je te weten komen over welke stoffen het gaat en wat bloemen, schoonheid, wandelen en bodembacteriën hiermee te maken hebben, lees dan binnenkort hier mijn volgende artikel.
bronnen:
Dayawansa S., Umeno K., Takakura H., Hori E., Tabuchi E., Nagashima Y., Oosu H., Yada Y., Suzuki T., Ono T., Nishijo H. (2003). Autonomic responses during inhalation of natural fragrance of Cedrol in humans. Auton Neuroscience 108:79–86
Lee J., Li Q., Tyrväinen L., Tsunetsugu Y., Park B.J., Kagawa T., Miyazaki Y. (2012). Nature Therapy and Preventive Medicine. Public Health- Social and Behavioral Health. Prof. Maddock J. (ed.)
Li Q., Kobayashi M., Wakayama Y., Inagaki H., Katsumata M., Hirata Y., Hirata K., Shimizu T., Kawada T., Ohira T., Park B.J., Kagawa T., Miyazaki Y. (2009). Effect of phytoncide from trees on human natural killer function. Int J Immunopathol Pharmacol 22:951–959)
Li Q. et al. (2008). Forest bathing trip increase human natural killer activity and expression of anti-cancer proteïns in female subjects. Journal of Biological Regulators and Homeostatic Agents. Jan-Mar; 22(1):45-55
Li Q. (2010). Effect of forest bathing trips on human immune function. Environmental Health and Preventive Medicine. Jan;15(1):9-17
Li Q. et al. (2007). Forest bathing enhances human natural killer activity and epression of anti-cancel proteins. International Journal of Immunopatholgy and Pharmacology. Apr-Jun; 20 (2 suppl 2):3-8
Li Q., Otsuka T., Kobayashi M., Wakayama Y., Inagaki H., Katsumata M., et al. (2011). Acute effects of walking in forest environments on cardiovascular and metabolic parameters. Eur. J. Appl. Physiol. 111 2845–2853.
Ohtsuka Y., Yabunaka N., Takayama S. (1998). Shinrin-yoku (forest-air bathing and walking) effectively decreases blood glucose levels in diabetic patients. Int. J. Biometeorol. 41 125-127
Park B.J., Tsunetsugu Y., Kasetani T., Kagawa T., Miyazaki Y. (2010). The physiological effects of Shinrin-yoku (taking in the forest atmosphere or forest bathing): evidence from field experiments in 24 forests across Japan. Environ Health Prev Med 15:18–26
Mao G., Cao Y., Lan X., He Z., Chen Z., Wang Y., et al. (2012). Therapeutic effect of forest bathing on human hypertension in the elderly. J. Cardiol. 60 495–502.