Hoe het verdeelde brein onze verbinding met natuur beïnvloedt

verdeeld-brein-natuur-belangrijk

Laat me mijn verhaal beginnen met een uitleg over wat psychiater Iain McGilchrist juist bedoelt met een ‘divided brain’. Vervolgens vestig ik graag de aandacht op het feit dat het brein, zo zal je ontdekken, onze manier van kijken naar onze omgeving en daardoor ook onze blik op de wereld bepaalt. Daarmee krijg ik een bevestiging bij wat ik in 2017 schreef voor het boek Over Groen & Gezondheid, Groen als medicijn? Tenslotte, en dat sluit daarbij aan, zal ik eindigen met wat deze theorie kan betekenen voor het gegeven dat we als mens contact met natuur nodig hebben.

Hoe het verdeelde brein onze verbinding met natuur beïnvloedt

Het verdeelde brein

McGilschrist vertrekt van een idee dat lange tijd taboe was, met name het feit dat ons brein fundamenteel verdeeld is. Voor alle duidelijkheid, McGilchrist wijst er wel ten allen tijde op dat het inderdaad onjuist is om, zoals men vroeger soms wel eens beweerde, te stellen dat bepaalde functies een exclusieve aangelegenheid zijn voor ofwel alleen de linker- ofwel alleen de rechterhersenhelft. Dit idee is te simplitisch en komt niet overeen met de realiteit. Er is immers altijd een soort van connectie of samenwerking tussen de delen. Dit in de zin dat, in het voorbeeld van taal en emotie uit de introductie, zowel taal als emotie te maken hebben met en het samenwerken van beide hemisferen vereist. Met andere woorden onze twee hersenhelften communiceren voortdurend met elkaar en leveren allebei een bijzondere bijdrage aan bijna alles wat we doen.

Dit neemt niet weg dat er ondanks deze connectie tussen, of samenwerking van beide delen, toch een fundamentele verdeeldheid in het brein bestaat. Om dit te illustreren moeten we het eerst hebben over het corpus callosum; een soort van brug of balk die de hersenhelften met elkaar verbindt. Het corpus callosum, is daardoor logischerwijs het orgaan dat alles te maken heeft met de connectie van beide helften. Maar er is meer, het vertegenwoordigt naast een vorm van connectie evengoed een soort van verdeeldheid. Waarom? Omdat een van de belangrijkste functies, en waarschijnlijk zelfs dé belangrijkste functie van het corpus callosum, eruit bestaat de andere hemisfeer te onderdrukken. Je zou dus kunnen stellen dat het corpus callosum eigenlijk, op een bepaalde manier, juist de twee hemisferen van elkaar scheidt. 

Verder is er nog een interessante vaststelling in verband met het corpus callosum. Deze brug of balk tussen beide hersenhelften is in de loop van de evolutie van de mensheid namelijk alsmaar kleiner geworden. Ja, je leest het goed, kleiner. Een aanwijzing, volgens McGilchrist, dat de verdeeldheid er alleen maar groter op geworden is.

Beschikt alleen de mens over een verdeeld brein? Nee, we zien het fenomeen ook bij dieren. Neem nu vogels, die kunnen in een complexe omgeving direct kleine zaden opmerken en vervolgens oppikken. Dit soort van voedseldetectie in functie van voedselvoorziening is uiteraard van cruciaal belang om te kunnen overleven. Voor dit type van taken is een smalle vorm van zeer gefocuste aandacht nodig. 

Maar daar blijft het niet bij. De vogel moet ondertussen nog iets anders doen, wil hij een grotere kans maken om te overleven. Zo dient hij bijvoorbeeld te zien of er predatoren in de omgeving zijn. Dit vereist een ander soort van aandacht, namelijk een type aandacht dat breed en waakzaam is.

Het voorbeeld van de vogel toont ons, en dat is belangrijk, dat er twee vormen van aandacht bestaan die hun evolutionair nut hebben. Deze twee soorten aandacht kunnen we elk aan een andere hemisfeer koppelen. Hierbij staat de linkerhersenhelft voor de beperkte, smalle, sterk gefocuste vorm aandacht; het type dat nodig is om voedsel te vinden en bepaalde taken uit te voeren. De rechterhersenhelft staat voor een brede, waakzame, open vorm van aandacht voor onze omgeving; het type dat vereist is om te speuren naar predatoren en om connectie te maken met de wereld rondom onszelf, inclusief onze soortgenoten.

Omdat het zo onmiskenbaar is herhaal ik het even. Deze twee verschillende soorten aandacht, gekoppeld aan de twee delen van het brein, bestaan dus bij alle dieren, waaronder wij mensen.

Hoe het brein de wereld ziet

Nu dit helder is, ga ik nog een stap verder met mijn verhaal. De twee hemisferen hanteren niet enkel een ander type van aandacht, ze laten ons ook anders naar de wereld kijken, hanteren andere waarden en normen, begrijpen de dingen verschillend en leggen prioriteiten anders. 

De linkerhersenhelft gaat een interactie met de wereld aan om deze wereld te manipuleren, om hem in ons voordeel te gebruiken, ten gunste van onszelf.

Daarvoor is het handig om er een vereenvoudigde versie van de wereld op na te houden. Dit kan door bijvoorbeeld alles onder te brengen in categorieën, mindmaps, dichotomiëen… Laat me duidelijk zijn, dit soort van voorstelling van de wereld vertegenwoordigt uiteraard niet de complexe werkelijkheid. Toch is het praktisch om de wereld zo voor te stellen en onder te verdelen als het erop aankomt de wereld naar je hand te zetten en te manipuleren.

De linkerhersenhelft gaat niet alleen categoriseren, hij is ook concreet, gefocust op het individu zelf, is eerder op het mechanische ingesteld (bijv. technologie) dan op de levende wereld (bijv. natuur), ziet het lichaam als aparte delen en niet zozeer als een geheel, vindt details belangrijker dan individuen en ga zo maar door. 

De rechterhersenhelft begrijpt en herkent impliciete betekenissen, emotionele expressie, lichaamstaal, metaforen, de context, ziet een wereld die ingebed is in een groter geheel, staat voor creativiteit, intuïtie en fantasie. De rechterhersenhelft specialiseert zich niet in het in categorieën opdelen, maar in verbanden leggen en contact maken. Omdat hij sterker verbonden is met het lichaam en de zintuigen maakt de rechterhersenhelft ons bewust van de rijkdom van onze omgeving. Empathie verloopt via de rechterhersenhelft alsook gevoelens van verbondenheid met de natuur.

De linkerhersenhelft begrijpt de dingen niet alleen anders maar ziet de wereld ook door een andere bril en geeft de realiteit anders vorm. Deze hemisfeer ziet de wereld als gemaakt, statisch, geïsolleerd, algemeen, niet in de context, is goed in abstractie en helderheid of duidelijkheid maar is eerder levensloos en oppervlakkig. Je zou kunnen stellen: perfect maar leeg. 

De rechterhersenhelft ziet de wereld als veranderlijk en geconnecteerd, impliciet, nooit volledig gekend, bestaande uit levende wezens in een levende wereld die een bepaalde relatie met elkaar hebben.

De linkerhemisfeer wil de wereld manipuleren, de rechter wil de wereld begrijpen als geheel.

Zo krijg je twee verschillende versies van de wereld. Twee versies die we als mens normaal gezien combineren om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de werkelijkheid. Dat is in ieder geval het ideale scenario waar de mens oorspronkelijk ook naar handelde. Oorspronkelijk ja, want in de loop van de geschiedenis is er iets veranderd; de linker manier van kijken is alsmaar dominanter geworden. 

Onze westerse wereld neigt vandaag vooral naar waarden die een prioriteit zijn van de linkerkant. Waar vroeger de weegschaal meer in evenwicht was, is de balans tegenwoordig eerder doorgeslagen naar ‘links’. Waarden, normen en capaciteiten van ‘links’, zoals: ratio, objectiviteit, opkomen voor het eigen individu, worden hoog in het vaandel gedragen, terwijl: fantasie, mystiek, intuïtie en andere zaken die met ‘rechts’ te maken hebben, vaak worden weggelachen als iets voor dromers en zwevers. Dit is niet goed, want ‘rechts’ en ‘links’ werken normaal, in optimale omstandigheden, intens samen. Er moet daarin een evenwicht zijn; beide manieren van kijken naar, en begrijpen van, de wereld, zijn even relevant. Vandaar dat we als mens, naast een linker-, eveneens over een rechterhersenhelft beschikken. Het is dus niet zo dat we anti linkerhersenhelft of zo moeten zijn, dat taal en redeneren niet goed zijn,. Nee, wat we willen zeggen is dat we naast deze linker manier van denken evengoed de rechter manier nodig hebben om het geheel te kunnen begrijpen en goed te functioneren. Dat is trouwens de logica zelve, het is slechts het volledige brein dat ons helpt om het geheel te kunnen begrijpen en om goed te functioneren. 

Einstein zei hierover: “Onze intuïtieve geest is een heilig geschenk, onze rationele geest is een trouwe slaaf. Onze maatschappij eert de slaaf maar vergeet het geschenk.”

Het is in deze context mogelijk dat we één van de twee hemisferen overmatig gebruiken en de andere negeren. In dit geval is dat de rechterhersenhelft. Zo geraken we het contact kwijt met onze gevoelens, onze omgeving en andere mensen.

Het moderne leven met al zijn computers en schermen zou ervoor zorgen dat we 80% van de tijd bezig zijn met het verwerken van info via onze linkerhersenhelft.

Door het onevenwicht dat daaruit voortvloeit krijgen angst en depressie, alsook een algemeen gevoel van leegte, wantrouwen en eenzaamheid, vrij spel. Dit doordat de linkerhersenhelft voorrang geeft aan alles wat zuiver individueel en functioneel is en zich specialiseert in het in categorieën opdelen van onze ervaringen, waardoor diepte en betekenis vaak ontbreken. Mensen met depressie en angst klagen vaak over een gevoel van leegte, wantrouwen en eenzaamheid. Zaken die in het verhaal van McGilchrist te verklaren zijn vanuit overmatig gebruik van ‘links’ en/of ondermaats gebruik van ‘rechts’.

Volgens McGilchrist zijn er, door het feit dat in onze westerse maatschappij alles vooral gericht is op links, en rechts ‘verwaarloosd’ wordt, meer ongelukkig mensen, meer mentale stoornissen… Ingevolge gedragen we ons alsof we rechter-hemisfeer-schade hebben. De linkerhersenhelft gebruiken maakt misschien wel rijk, zegt McGilchrits, maar zorgt tegelijkertijd ook voor minder begrip van de wereld, minder verbondenheid met de natuur en met elkaar. Eerder dan dat onze problemen aan politiek of economie te wijten zijn moeten we de oorzaak, volgens McGilchrist, zoeken in ons moderne brein. Een brein met een denkvermogen, dat zoveel op links gericht is, dat het helemaal uit de balans is geraakt die het zo nodig heeft. 

Hier een link naar een filmpje waarin McGilchrist zijn theorie uitlegt.

Het brein en onze mentale verbinding met natuur

Zo, en nu maak ik als master in de (klinische) psychologie met een voorliefde voor omgevingspsychologie, met veel plezier de brug naar natuur en het contact met natuur. 

De omgeving waarin je zit bepaalt of we eerder onze linker- of rechterhemisfeer voeden en ontwikkelen en of er een balans is tussen beide helften. Wat betekent dan, in deze context, het verschil tussen een stedelijke en een natuurlijke omgeving voor ons brein?

De dingen die je in de stad ziet zoals gebouwen, auto’s, verkeerslichten… zijn veelal dingen die de mens in de stad zelf heeft gemaakt, om de wereld te manipuleren en deze naar zijn hand te zetten. De stad bestaat uit vele elementen die je allemaal apart kan zien en die we gebruiken voor onze eigen doeleinden. Het zijn eerder doodse en mechanische prikkels, perfect, oppervlakkig en leeg, dus net wat de linkerhersenhelft graag heeft en wat beantwoordt aan waar dit deel van het brein goed in is. Je raad het al, samengevat kunnen we stellen dat in de stad vooral prikkels te vinden zijn die slechts een deel van onze hersenen aanspreken, die om een verwerking door onze linkerhersenhelft vragen. Een blik op de wereld, eerder gezien door de linkerhersenhelft, is dan ook vereist onder stedelijke omstandigheden. Anders gezegd; we bekijken de stad door ‘links’. 

Onze westerse wereld is vooral stedelijk of verstedelijkt. De gevolgen daarvan blijven niet uit. Daardoor is de linkerhersenhelft meer belast of gevuld met prikkels. De balans slaat, zoals al meerdere keren gezegd, naar ‘links’ door. De rechterhersenhelft daarentegen is onderbelast of te weinig gevuld met info, misschien wel onderontwikkeld omdat hij te weinig gebruikt wordt. 

Hoe kunnen we de weegschaal terug in evenwicht brengen? Simpel, door ‘rechts’ met info te vullen of door info uit ‘links’ weg te halen.

Dit kan je doen door vaker contact met de natuur te maken, de natuur effectief op te zoeken. Natuur vereist namelijk een visie, of kijken, vanuit de rechterhersenhelft. Zo zal je rechterhersenhelft in een natuurlijke setting relevantere indrukken krijgen en meer getraind worden; dit omdat het hersendeel er gestimuleerd wordt. Zo kan de balans langzaamaan terug meer in evenwicht komen. 

Hoe weten we of contact met natuur onze rechterhersenhelft meer aanspreekt? Wel, ‘rechts’ zou volgens McGilchrist bijvoorbeeld staan voor meer empathie, contact met de wereld en de ander, het zou minder focussen op het individu, maar eerder op de band met de rest. Dit komt overeen met wat we in algemeen onderzoek naar natuur en gezondheid vaststellen, namelijk dat mensen in groene buurten of in een natuurlijke omgeving hechtere sociale netwerken uitbouwen en socialer gedrag vertonen, vrijgeviger zijn, zich minder eenzaam voelen en meer vertrouwen tonen in de ander. Beduidend meer dan mensen in een stedelijke, kunstmatige context.

Specifiek lezen we onder andere in een boek van een andere Britse psychiater, Sue Stuart Smith, dat een prettige groene omgeving onze vrijgevigheid vergroot en hersengebieden activeert die samenhangen met empathie. Dit ligt in lijn met wat McGilchrist zegt en waarop hij dieper inzoomt; rechts staat voor empathie en rechts komt tot uiting in de natuur.

Een stedelijke omgeving vergroot volgens Stuart Smith de argwaan en de onverschilligheid en vermindert empathie en vertrouwen in de ander. Een vaststelling die we evengoed kunnen koppelen aan McGilchrist zijn idee dat een stad de linkerhelft van ons brein activeert; het gedeelte dat onder andere staat voor het individuele, het manipuleren van de ander ten koste van zichzelf.

Er zijn dus wel degelijk paralellen te trekken tussen bepaalde bevindingen van recente literatuur en de theorie van McGilchrist.

Wat onthouden we tot nu toe? We houden voor ogen dat beide helften nodig zijn om een geïntegreerd beeld te vormen van de realiteit, ze twee manieren waarop we naar de wereld kijken bieden die elkaar aanvullen. Tegenwoordig zijn we vooral op ‘links’ gericht, maar dit geeft ons maar één mogelijke blik op de wereld, een blik die niet compleet is.

McGilchrist had het overigens niet alleen over twee manieren van kijken, maar ook over twee vormen van aandacht. Twee vormen die allebei noodzakelijk zijn om te overleven, herinner je het voorbeeld van de vogel in het begin van deze tekst. Hier kunnen we opnieuw een koppeling maken. Ditmaal niet met recente litertauur maar met een oude, zeer bekende theorie. Met name de Attention Restoration Theory (ART) van Kaplan & Kaplan. Een populaire theorie die laat zien hoe natuur onze gezondheid gunstig beïnvloedt in de zin van het herstellen van aandacht en het verminderen van stress. 

Zowel in de theoire van McGilchrist als in de ART wordt er verwezen naar de directe, selectieve bewuste aandacht en de indirecte, onbewust, brede focus die minder moeite kost en automatisch verloopt. In het verhaal van McGilchrist is het vooral de linkerkant die het eerste type van aandacht gebruikt en is het hoofdzakelijk in de stad dat er op links en dus op dit soort van aandacht beroep wordt gedaan. Natuur doet eerder beroep op ‘rechts’ en het tweede type van aandacht. Toevallig of niet beschrijft de ART eveneens het gegeven dat het vooral in een moderne stedelijke context is dat het eerste type van aandacht wordt aangesproken en dat natuur de tweede vorm van aandacht opeist. Zie je de overeenkomsten? 

In elk geval stellen beide theorieën dat we beide soorten van aandacht nodig hebben, maar dat onze moderne maatschappij vooral beroep doet op de directe, bewuste, selectieve vorm van aandacht waardoor onze hersenen overbelast geraken. Met aandachtsmoeheid, stress… tot gevolg. De natuur opzoeken kan volgens elk van de theorieën soelaas bieden.

Om een lang en complex, maar tegelijkertijd heel eenvoudig, verhaal kort te maken; contact met de natuur is nodig om weer meer ‘rechts’ in ons leven toe te laten en onszelf en ons brein opnieuw in evenwicht te brengen.

Via contact met de natuur gebruiken we onze rechterhersenhelft frequenter en intenser, leren we de wereld voldoende via ‘rechts’ te zien, passen we de normen, waarden en prioriteiten van ‘rechts’ meer toe en gebruiken we een andere vorm van aandacht waardoor we de ‘linker’ vorm van aandacht eindelijk wat rust gunnen. Super, toch?

  • Iian McGilchrist. The Master and his Emissary. Yale University Press, 2009
  • Sue Stuart Smith. Tuinieren voor de Geest. De Bezige Bij, 2020
  • Pepijn Verheyen & Sara Adriaensen. Over Groen & Gezondheid: Groen als Medicijn? Pepijn Verheyen, 2018