INTERVIEW: BOUWSTENEN EN INSPIRATIE VOOR KINDGERICHTE VOORTUINEN.

Het is donderdagmiddag wanneer we afspreken met Francis Vaningelgem, expert kindvriendelijke ruimte, speelruimte en ruimtelijke planning. Zopas schreef hij samen met zijn collega’s van Kind en Samenleving een brochure ‘kinderen & voortuinen’. Op maat van ontwerpers, planners en stedenbouwkundigen is de bundel doorspekt met bouwstenen en inspiratie voor kindgerichte voortuinen. “Zij kunnen de ruimtelijke voorwaarden scheppen om van onze voortuinen, voortuinstroken,… échte plekken te maken voor en door kinderen. Daarnaast kunnen buurtbewoners, ouders en kinderen ook al gewoon aan de slag met kleine een eenvoudige ingrepen”,  zegt Francis vastberaden.

Francis, waarom was het belangrijk dat deze brochure er zou komen?
Bij Kind en Samenleving kijken we naar ruimte met een kinderbril. Voortuinen en alle afgeleide vormen ervan: voortuinstroken, tegeltuinen, gemeenschappelijke tuinen… zijn belangrijke schakelzones tussen publiek en privaat. In deze tussenruimte schuilt een enorm potentieel om kinderen en jongeren te laten spelen, elkaar te ontmoeten en de wereld te ontdekken. Grote mensen hebben echter zo hun idee van de voortuin. Parkeerplekken met veel steen, versierd met witte keitjes, magere boompjes en een reeks witte beelden. Of een strak prieel met een gemillimeterde haag en een puntig hek om mensen op afstand te houden. De hedendaagse voortuinen bieden vaak weinig kansen voor kinderen.

Jullie zien een kindgerichte voortuin ook als hefboom voor andere maatschappelijke thema’s?
Dat klopt. Een doordacht voortuinbeleid is volgens ons een opstap naar een betere straat voor iedereen, niet alleen de kinderen. Je creëert een grotere samenhorigheid in een buurt en je werkt als stad of gemeente aan een beweegvriendelijke en leefbare omgeving. Bovendien geven we natuur opnieuw zuurstof door straten te ontharden, te vergroenen en te verblauwen. Lokale effecten van klimaatsverandering zoals overstromingen of ‘hitte-eilanden’ worden opgevangen door wadi’s, bomen, geveltuinen…

Kunnen we kindgerichte voortuinen integreren in elke straat?
Hoe groot en breed de voetpaden zijn, en hoe druk het verkeer op straat, zal zeker zijn invloed hebben op het al dan niet ontwikkelen van een voortuin op kindermaat. Bij Kind en Samenleving zijn we ervan overtuigd dat het principe van de woon- en leefstraten (in al hun verschillende vormen) centraal stellen het meest aangewezen is. Een straat waar wonen en verblijven centraal staat, zal geschikt zijn om het idee van kindgerichtere voortuinen te ontwikkelen.

En toch zien we in praktijk dat stedenbouwkundige voorschriften veelal vertrekken vanuit het klassieke wensbeeld van een voortuin?
Inderdaad jammer. De huidige voorschriften voor voortuinen omvatten doorgaans vooral bepalingen over parkeren op het erf, het vrijwaren van verharding en van constructies, de hoogte van hagen, eenvormigheid in het uitzicht. Het streven naar kindgerichte voortuinen, als middel om meer sociale interactie in een buurt te brengen, kan evenzeer een beleidsdoelstelling zijn. Ons pleidooi is om deze functie als evenwaardig naar voren te schuiven en de stedenbouwkundige voorschriften vanuit dit oogpunt mee vorm te geven. Steden en gemeenten moeten daarbij ook meer verantwoordelijkheid durven geven aan bewoners én kinderen.


“Ook in de toekomst blijven ‘voorerfstroken’ belangrijke ruimtes om gezinsvriendelijk dichter wonen. Voortuinen kunnen kleiner worden of gemeenschappelijk, maar ze moeten blijven bestaan. Ze zijn belangrijk als overgang naar de publieke ruimte voor kinderen. Laat ze vergroenen en laat kinderen er spelen. Zorg voor ontmoeting. Een speelse inrichting is de kers op de taart.”
In welke mate zou je voortuinen van bewoners in een straat kunnen onteigenen als stad of gemeente in functie van een gezondere leefomgeving, een betere straat?
Als je wil werken aan spelen en ontmoeten in de straat, is de term ‘onteigenen’ nogal ongelukkig gekozen. Op het eerste zicht is het een utopisch beeld, maar als je er verder over nadenkt is het misschien niet zo’n gek idee. We onteigenen bewoners vandaag voor een bredere straat of gescheiden voetpad, waarom niet in functie van een gemeenschappelijke voortuin die bijdraagt? Wanneer buren mits voldoende participatie en met een weloverwogen inrichting en beheersplan gerustgesteld worden, hopelijk zelfs geënthousiasmeerd geraken, dan is er zeker een kans op slagen. Gemakkelijk is het alleszins niet. De ideale situatie is natuurlijk zoals we vandaag al in bepaalde straten aantreffen dat buren zelf het initiatief nemen en een gemeente meedenkt en ondersteunt.

In jullie brochure schuiven jullie bij het onderdeel ‘planning’ 6 types voortuinen naar voor.
In model 6 promoten jullie de straat als voortuin in woongebieden met weinig publieke ruimte of private buitenruimte. Een idee dat Natuur & Mens fantastisch lijkt. Is het niet waardevol om dit idee in elke situatie als streefdoel te beschouwen, de straat als voortuin?
De straat als voortuin zal zeker niet overal een optie zijn, maar kan als droombeeld wel helpen om in bepaalde situaties net dat tikkeltje verder te durven denken en te kijken of bepaalde zaken toch niet haalbaar zijn. Als dit het uitgangspunt is waarmee planners en ontwerpers morgen aan tafel schuiven dan evolueren we zeker in een juiste richting.


De planners en de ontwerpers zijn mee, de voorschriften voor kindgerichte voortuinen liggen op tafel… dan heb je bewoners nodig die effectief bereid zijn om hun private voortuin op een andere manier in te vullen, open te stellen…. Hoe overtuig je hen?

Mensen zijn geneigd om te kijken naar de tuinen van hun buurtgenoten en dit mee te nemen in hun eigen tuinplannen. Voortuinen zijn in die zin besmettelijk. We zullen dus pioniergezinnen nodig hebben om het voorbeeld te geven en te tonen hoe waardevol kindgerichte voortuinen zijn en hoe makkelijk het kan om ze te realiseren. In 2018 begeleidde we 2 participatieprojecten in Wilsele en Mechelen voor ouders en kinderen om hun voortuin kindgerichter in te richten. Een experimenteel, maar geslaagd project. We stelden vast dat bepaalde inzichten groeiden doorheen een traject zoals ‘het kan ook in de voortuin’ en ‘het hoeft niet volledig open’. Het zou mooi zijn om na deze brochure een 2e inspiratiebundel samen te stellen gericht op de ouders met voorbeelden, verhalen, aanpak… die kunnen overtuigen om hetzelfde te doen.

Een muurtje bij de buren als erfafscheiding is in de ogen van kinderen al snel een speelprikkel. Toch zie ik veel ouders hun kind verbieden om erover te wandelen. Zouden we beter bordjes zetten voor buren en voorbijgangers: doe gerust, hier mag je spelen! Hebben we een mindshift nodig?
In het algemeen zijn mensen gesteld op waarden als privacy en veiligheid. Dat zit ingebakken. Het is geen evidente zaak om mensen te vinden die graag hun voortuin open stellen voor kinderen uit de buurt. Maar eens die voortuin bespeelbaar is, blijken ouders ook niet snel toestemming te geven aan hun kinderen om er te spelen. We zouden dat gevoel als ouder af en toe beter aan de kant laten, kijken met een kinderbril, foert zeggen en vervolgens ‘doe maar ventje’.


“Allerlei onderdelen van een speels landschap; speelgoed, speeltoestel, vijvertje, snoepgroen… kunnen ook in de voortuin. Eens mensen zich realiseren dat ze dingen die ze normaal gezien in de achtertuin laten, ook vooraan kunnen plaatsen, zijn we een flinke stap vooruit.”  


Wanneer is jullie opzet met de publicatie geslaagd?
Al we mensen aan het denken krijgen over kindgerichte voortuinen en we her en der initiatieven zien opduiken, zouden we zeer tevreden zijn. Het is onze wens dat ontwerpers, planners en stedenbouwkundigen kindgerichte voortuinen als vanzelfsprekend gaan beschouwen en dat het een reflex wordt bij het overdenken van speelweefsel- en bij uitbreiding ruimtelijke plannen.


Download de brochure ‘Kinderen en voortuinen’.
De publicatie werd mogelijk gemaakt met de steun van het Urban95 project van The Bernard van Leer Foundation.

Lees meer over ‘Samen bouwen aan tuinen’ door Natuur & Mens.